Naast de leuke momenten die bij het ouderschap horen, zijn er ook bepaalde dingen waarvan we soms zouden willen dat we ze niet hadden. Voor mijzelf vallen ‘ouderavonden’ hieronder. Als we het over oudere klassen zouden hebben, dan zijn deze gesprekken inderdaad heel erg belangrijk om de vooruitgang van onze kinderen in de gaten te houden. Maar wie heeft er, na een lange dag, de tijd of energie om naar de school van hun driejarig kind te reizen, om met de leraar van de peuterklas te spreken? Vooral als we dit gesprek net zo goed telefonisch kunnen voeren. Iets wat de school van onze zoon slechts drie maanden geleden ook al heeft gedaan.
De leraar
Maar om de verantwoordelijke ouder te zijn (althans in de ogen van de school) ... ging ik vorige week toch maar naar deze ouderavond om met de rebbi (Jiddisch voor ‘leraar’) te praten. "Ah, je bent gekomen om over je Jiddische nachas te horen!" begroette de leraar mij, met een term waar eigenlijk geen goede vertaling voor is. Over het algemeen wordt het woord 'nachas' ruwweg vertaald met een ‘ongebreidelde trots of vreugde.’ Meestal verwijzend naar de trots of vreugde die een kind een ouder brengt met zijn/haar prestaties.
“Dat.… of om te horen hoe hij je gek maakt,” antwoordde ik. Waarop de leraar begon te lachen, en mij geruststelde dat mijn zoon een heel goed kind is. Toen ik de klas na afloop verliet, had ik eigenlijk helemaal niets nieuws gehoord. Maar ik zag wel weer hoe, zowel de leraar als ook mijn zoon elkaar graag mogen. Mijn zoon stopt namelijk niet te praten over zijn rebbi. En ik moet zeggen dat hij inderdaad een heel goede leraar is. In mijn eerste gesprek met de directeur van de basisschool beschreef hij hem als, als-het-ware “een echte mama voor de kinderen”. We hebben veel geluk dat hij onze zoon lesgeeft. Want is het niet de wens van elke ouder dat hun kinderen gelukkig zijn op school?
Pak slaag
Een paar weken geleden hoorde ik over een recent geval, waarbij een bepaalde ouder dacht dat hij de tegenovergestelde ervaring had, van wat ik zojuist heb beschreven met de leraar van onze zoon. Het zoontje van deze vader leerde op een school in de Israëlische stad Modi'in Illit. Op een zekere ochtend liep deze vader door een van de lange lege gangen van de school, toen er plotseling een deur opensloeg. Een jongentje rende angstig de klas uit, en werd achtervolgd door een leraar die hem snel inhaalde. De verbaasde ouder kon zijn ogen niet geloven. Maar niets kon hem voorbereid hebben voor wat hij vervolgens zou zien. De leraar deed nu zijn schoen uit... en begon het kind op zijn rug te slaan.
De verbaasde ouder kon zijn ogen niet geloven.
Het was de geschokte vader duidelijk dat wat hier gebeurde onvergeeflijk was. Wat dacht deze man wel niet? Een kind achtervolgen om hem met een schoen te slaan? Hij besloot om de directeur meteen op te zoeken, en hem te vertellen over de afschuwelijke behandeling van hun leerlingen... door hun eigen leerkracht. De vader was zelfs bereid om zijn eigen zoon op een andere school te zetten, als de directie geen actie zou ondernemen. Maar het was toen dat de leraar de boze vader zag. Hij liep snel naar hem toe en vertelde hem het hele verhaal; dat woord-voor-woord werd bevestigd door de kinderen van zijn klas:
Een paar minuten eerder was een bij de klas binnengevlogen, wat angst en opschudding veroorzaakte bij de kinderen. Geen woord of daad kon hen kalmeren, en iedereen rende van de ene plaats naar de andere. Plotseling landde de bij op de rug van een jongentje, die toen in paniek de klas uit rende met de bij nog op zijn rug. De leraar joeg hem meteen achterna, deed zijn schoen uit, en sloeg zijn leerling op de rug.
Misplaatste conclusies
“G-d zij dank, dat het me is gelukt om de bij te doden” zei de leraar tegen de man, die alleen maar de laatste helft van dit verhaal had gezien toen hij zijn conclusies trok.
Dank G-d dat de oorspronkelijke angsten van deze ouder, over de mishandeling van deze kinderen, misplaatst waren. Maar laten we even nadenken over dit waargebeurde verhaal. Wat zouden wij hebben gedacht en gedaan, als we dit tafereel voor onze eigen ogen hadden gezien? Wie had gedacht dat deze leraar dit kind alleen sloeg, om hem te redden van een grotere pijn? En niet alleen dat, maar ook dat het kind juist blij was met elke klap die hij kreeg; omdat hij wist dat deze slagen er waren om hem te redden.
Dit is een goed voorbeeld waarom de Joodse geleerden ons leerden, dat we alle mensen altijd gunstig moeten beoordelen. Rasji (1040-1105) zei hierover: "Zeg bij alles wat je over een persoon hoort, dat ze het goed bedoelden, totdat je met zekerheid weet dat dit niet zo is”. Zoals te zien in dit voorbeeld, kunnen we zelfs dingen die wij met onze eigen ogen zien alsnog verkeerd interpreteren, omdat we niet alle volledige details hebben. Daarom zouden we altijd heel voorzichtig moeten zijn om over een ander te oordelen.
Behalve het ‘goed beoordelen’ van onze medemens, leren we ook nog een andere belangrijke levensles uit dit verhaal. Er zijn tijden in het leven wanneer wij 'op de rug worden geslagen' door onze Hemelse Vader. Maar omdat wij meestal niet begrijpen waarom, raken we teleurgesteld of worden we boos op G-d. En dat zijn precies de tijden dat we onszelf zouden moeten herinneren, dat elk van deze slagen ons juist van allerlei soorten ‘bijen’ redt.