'De Schepper heeft dit door middel van grote wonderen gedaan'
Door Rabbijn Ing. Ies Vorst -
10 juni 2021
Juni 1967. Het zijn de dagen vóór de Zesdaagse Oorlog. Israël is omsingeld door vijandige Arabische landen. De wereld en vooral het Joodse volk houden de adem in. Joe/Joseph Beneliezer, topdiplomaat in de staf van Arthur Goldberg, ambassadeur van de Verenigde Staten bij de Verenigde Naties, wordt door de Lubavitcher Rebbe ontvangen.
‘Ik kom op verzoek van mijn nicht en haar man,’ zegt Joe. ‘Zij hebben één zoon, Avraham. Deze leert in Israël, in een jesjiewa-leerschool.
Hij is hun enig kind. Zijn ouders smeken hem naar huis terug te komen. Ze hebben hem een vliegticket gestuurd. Maar hij zegt: ‘De Rebbe vindt het niet nodig.’
‘Rebbe, ‘beeindigt Joe zijn betoog, ‘zeg Avraham naar zijn ouders terug te keren. Het is hun enig kind!’
Het eerst vriendelijke gezicht van de Rebbe wordt ineens heel ernstig. ‘Ik heb duizenden enig kinderen in Israël. En als ik hen zeg daar te blijven, is dat omdat ik zeker ben dat hen niets zal gebeuren. Zeg uw nicht en haar man dat ze gerust kunnen zijn. Niet slaapt noch sluimert de Beschermer van Israël.’
‘Rebbe,’ zegt Joe. ‘Met alle eerbied, zij kunnen niet rustig zijn. Ik ook niet. Misschien is de Rebbe er niet van op de hoogte, maar de staat Israel bevindt zich momenteel in buitengewoon groot gevaar!’
‘Israël,’ zegt de Rebbe – en Joe is diep onder de indruk van zijn vastbesloten zekerheid – ‘bevindt zich niet in groot gevaar. Israël staat voor een grote overwining. Deze maand zal met G.ds hulp een maand zijn van grote uitingen van liefde van G.d voor Zijn volk.’
De Rebbe verzoekt Joe en de man van diens nicht gebedsriemen te gaan leggen. En verder verzoekt hij Joe na de oorlog terug te komen.
Joe is geschokt en verbaasd. Welk een verantwoordelijkheid neemt de Rebbe op zich!
Dan breekt de oorlog uit. Joe zit met Arthur Goldberg in het gebouw van de Verenigde Naties. Zij zien op de televisie de bevrijde Klaagmuur. Ze horen de sjofar van Rav Goren en zie de soldaten huilen. Goldberg en ook Joe, zij kunnen hun tranen niet inhouden.
Dan zegt Joe: ‘Arthur, wij vreesden het allerergste. Wij Joden en onze vrienden leefden in onvoorstelbaar grote spanning. Maar er was één Jood die met absolute overtuiging deze grote overwinning voorspelde.’
En hij vertelt hem over de ontmoeting met de Rebbe een week eerder.
Enkele dagen later wordt Joe opnieuw door de Rebbe ontvangen. “Dit is een zeer bijzondere tijd voor het Joodse volk,’ zegt de Rebbe. ‘De Joodse geschiedenis is vol met wonderen. Maar slechts enkele malen is de hele wereld daar getuigen van. Zo was het bij de Uittocht uit Egypte en zo was het vorige week.
‘G.d,’ vervolgt de Rebbe, ‘Die de wereld heeft geschapen, gaf het land Israël aan het volk Israël. Lange tijd nam Hij het land van ons af en gaf het aan de volkeren der wereld. Vorige week heeft Hij het van hen genomen en aan het Joodse volk teruggegeven. En opdat er geen twijfel over zou bestaan dat G.d dat ons heeft gegeven, ging dit met de meest grote wonderen gepaard. Toen onze vijanden de joden in Israël wilden vernietigen en de hele wereld en alle Joden zich in angst en beven afvroegen hoe Israël zich van de ondergang zou kunnen redden, toonde G.d buitengewoon grote wonderen en in korte tijd werd de vijand verslagen en gaf Hij Erets Jisraeel aan Zijn volk terug.’
De Rebbe toont zijn diepe bezorgdheid dat er politici in Israël zullen zijn die Washington zullen laten weten bereid te zijn de veroverde gebieden terug te geven. ‘Zij begrijpen niet dat niet zíj deze gebieden hebben veroverd, maar dat G.d dit door middel van grote wonderen heeft gedaan. Doe alles wat mogelijk is om teruggave tegen te gaan!’
Tenslotte zegt de Rebbe tegen Joe met zeer bewogen stem: ’En wanneer men u zal vragen: vanwaar deze zekerheid? Op grond waarvan weet u wat goed is voor Israel en wat niet?
Vertel hen dan over die enige zoon waarover diens ouders zo ongerust waren en die zij naar de Verenigde Staten wilden laten terugkeren. En vanuit deze kamer heeft men die enige zoon en die andere duizenden enig kinderen verzekerd dat er geen reden was tot zorg en dat alles in orde zou zijn.’
En de Rebbe vervolgt: ‘En als men u vraagt op grond waarvan men dat vanuit deze kamer heeft beloofd? Antwoord dan: op grond van het feit dat er een Schepper is. Die Schepper bestuurt de wereld en die Schepper besloot het land Israël opnieuw ten geschenke te geven aan het volk Israël. Het moge duidelijk zijn dat wanneer de Schepper ons een geschenk geeft, wij dat moeten koesteren en behouden.’
Met toestemming overgenomen uit mijn door AMPHORA BOOKS uitgegeven boek VORST ONTDOOIT.