De Tien Geboden als grondwet voor Israël?
Door Rabbijn mr. drs. R. Evers -
9 augustus 2023
De juridische hervormingen waren en zijn hier in Israël in volle gang. De protesten hiertegen blijven doorgaan. Een van de dingen die boven kwam drijven was dat Israël – net als Engeland overigens – geen grondwet kent.
Wat is een grondwet?
De grondwet vormt de basis van onze democratie, is de belangrijkste landswet en is een weerspiegeling van onze gemeenschappelijke normen, waarden, identiteit en wensen. De grondwet bevat vele of alle grondrechten. Er wordt daarin ook beschreven bij wie de macht ligt.
Verder bespreekt de grondwet hoe de macht wordt uitgevoerd. Grondwetten bevatten meestal ook de grondrechten van de burgers en ook de gemeenschappelijke spelregels die in de samenleving gelden.
Tien Geboden als grondwet?
Een goede kennis stelde voor om de Tien Geboden als grondwet aan te nemen. Dit blijkt bij nader inzien totaal onhaalbaar te zijn. Ik leg u eerst een deel van zijn voorstel voor:
Het eerste gebod luidt: ”Ik ben de Eeuwige, uw G’d, Die u uit het land Egypte, uit het slavenhuis, geleid heeft” (Ex. 20:2).
Mijn goede vriend stelt als hoofdregel dat dit zou betekenen dat alle mensen gelijk zijn in de ogen van G’d. Bovendien leidt hij hier direct de volgende grondrechten uit af:
- Vrijheid van godsdienst
- Vrijheid van meningsuiting
- Vrijheid van pers.
- Vrijheid om vreedzaam bijeen te komen en een verzoekschrift in te dienen bij de regering om grieven te verhelpen.
- Vrijheid van verkeer.
Maar bij het eerste grondrecht krijgen we al direct problemen. De Thora kent namelijk geen vrijheid van religie. G-d vervolgt namelijk in Exodus 20:3: “U zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben”.
Ik denk dat het uiterst moeilijk en wellicht totaal onmogelijk is de Tien Geboden in te passen in de grondwet van een democratische staat. Dit wil niet zeggen dat de Thora niet positief staat tegenover een aantal democratische grondrechten en burgerlijke vrijheden, maar lang niet alles uit het moderne denken past in de Thora.
Plichtenleer
Er is een veel fundamenteler punt. De Bijbel is een plichtenleer. En een theocratie waar G’d de exclusieve heerser is. Onze democratische grondrechten zijn mensenrechten waar mensen zelf over beslissen. Dit zijn twee fundamenteel verschillende soorten van recht.
Het Bijbelse recht kent een geheel eigen structuur. De Bijbel kent vrijwel alleen plichten, ge- en verboden. In een theocratie is iedere heerschappij voorbehouden aan het Opperwezen. G'd kent echter geen verplichtingen. De plichten richten zich op het individu. Het volvoeren van G'ds wil wordt ervaren als een geloofsdaad.
Een Bijbelse Staat wordt niet opgeroepen mensenrechten te garanderen of te handhaven. Uiteraard kunnen allerlei mensenrechten worden afgesproken tussen de burgers en de machthebbers in een Bijbelse staat. Maar dit staat niet in de Thora als zodanig.
Bovendien kunnen plichten van de een niet zomaar omgezet worden in rechten van de ander. Als ik een religieuze plicht heb om arme mensen te ondersteunen, betekent dit niet automatisch dat iedere arme bij mij kan langskomen om volledig door mij te worden onderhouden.
Te algemeen
Plichten worden vaak uitgedrukt in zeer algemene termen, waaraan door derden geen tastbare voordelen en rechten kunnen worden ontleend. Degene, die door een bepaald ge- of verbod beschermd of bevoordeeld zou moeten worden, heeft doorgaans geen juridische middelen om zijn (mensen)rechten af te dwingen.
De positie van de mensenrechten in de Bijbel – als die al bestaan - verschilt niettemin weinig van de status van de universele mensenrechten. De mensenrechten worden in de Universele Verklaring erkend als zodanig. Maar geen van deze rechten is wettelijk afdwingbaar.
De Verklaring zelf beschouwt deze rechten als algemene richtlijnen voor de wetgevende machten bij het opstellen van geldende wetgeving; maar de Verklaring zelf verplicht de individuen niet tot naleving en bindt Staten niet om ze uit te voeren.
G’d centraal vs. de mens centraal
Hoe het ook zij, ik zie geen grondwet ontstaan uit de Tien Geboden, omdat beide grootheden van totaal andere orde zijn. In de Thora staat G’d centraal en bij de democratische vrijheden staat de mens centraal.