De twee geboden met de belofte van een goed en lang leven
Door Yoel Schukkmann -
19 oktober 2021
Vogeltrek is een zoölogisch fenomeen dat zich voornamelijk voordoet in de overgangsseizoenen. Veel vogelsoorten migreren naarmate de winter nadert van hun broedplaatsen naar warmere gebieden om daar de winter door te slapen. Als de zomer in zicht is, keren ze weer terug. De meeste trekvogels uit Europa trekken slechts door Israël heen en blijven hier soms één of meerdere nachten. Maar een minderheid, zoals de kwartel, steekt de Middellandse Zee over en landt aan de noordkust van Israël.
Klik hier om een mooie ‘show’ van pelikanen in het Hula Natuurreservaat Noord-Israël te zien.
Wegsturen van de moeder
Toen ik deze video zag, deed het me denken aan een ander interessant fenomeen waar de Thora over spreekt. Of beter gezegd: een interessant gebod.
In de Thora worden wij opgedragen om, voordat wij de kuikens van een vogel nemen, eerst de moedervogel weg te sturen. Als wij dit doen, belooft G-d ons in Deuteronomium 22:7: "… zodat het je goed zal gaan en je een lang leven zult leiden”. De enige andere plaats in de Thora waar we dezelfde beloning vinden, is in het tweede gebod van de tien geboden: “Eer je vader en je moeder zoals Hasjem, jouw G-d, jou geboden heeft, zodat jouw dagen verlengd worden en het je goed zal gaan…”
Als dit de enige twee geboden zijn met deze beloning betekent dit dat er een overeenkomst tussen deze geboden moet zijn; al lijken ze op het eerste gezicht zo verschillend.
Overeenkomsten
Rabbijn Luntschitz (1550–1619) zegt hierover dat de woorden ‘zodat het goed zal gaan’ impliceren dat ‘het goede’ een direct gevolg zal zijn voor het nakomen van dit gebod. Als we onze ouders eren, zullen onze kinderen van ons leren om hun ouders te eren en zullen we er op die manier ook zelf baat bij hebben. Wanneer we de moedervogel wegjagen voordat we haar kuiken nemen, leren we onze kinderen om compassie te hebben. Zelfs voor een dier dat jongen krijgt en daarom dus zeker ook bij ouders die hun kinderen in deze wereld brengen en verzorgen.
Als we onze ouders eren, zullen onze kinderen van ons leren om hun ouders te eren en zullen we er op die manier ook zelf baat bij hebben.
In de synagoge zijn we pas weer begonnen met het herlezen van de Thora. Met deze start hebben we gelezen over het ontstaan van de wereld. Dit is volgens rabbijn Luntschitz één van de redenen waarom deze twee eerder genoemde geboden worden beloond met een lang leven. Deze geboden getuigen namelijk van het feit dat G-d de wereld heeft geschapen en dat dit niet vanzelf is gegaan. Door de vorige generatie -die ons op deze wereld heeft gebracht- te eren, erkennen we dat alles en iedereen in de wereld is voortgekomen uit de generaties voor hen.
Dit leidt ons uiteindelijk terug naar het allereerste begin: de Schepper Zelf, aan Wie wij de grootste eer en dankbaarheid verschuldigd zijn. Als men gelooft dat de wereld zomaar bij toeval uit het niets is geschapen, dan is de vorige generatie niet beter dan wij, maar eerder slechts een product van timing. En zijn we hen daarom ook geen respect verschuldigd. Maar wanneer we geloven dat alles door G-d is geschapen en dat we iedereen die ons voorafging dankbaar moeten zijn, dan zegt de Thora dat wij hiervoor worden beloond met een lang leven. Ook dan verdienen we het voorrecht om meer tijd door te brengen in de wereld die G-d heeft geschapen.