De vruchten van het Heilige Land
Door Rabbijn mr. drs. R. Evers -
22 november 2021
We lezen in de Thora over onze derde aartsvader Jakob die terugkeert naar Israël, het Heilige Land. G’d belooft hem meerdere malen, dat Israël aan zijn nakomelingen zal worden gegeven.
Al in mijn vroege jeugd werd mij bijgebracht dat de vruchten van het Heilige Land heel bijzonder zijn. Nu ik hier woon, merk ik weinig bijzonders aan de tarwe of de druiven van Israël. Of is er toch iets bijzonders hier? Misschien let de Thora niet zozeer op de smaak, de grootte of de vitaminen van de vruchten, maar gaat het meer om de spirituele aspecten.
Het land Israël moet wel een heel speciaal land zijn, want daarover staat: “Het is een land waar HaShem, uw G‘d, voor zorgt: voortdurend rusten de ogen van HaShem, uw G‘d, daarop, van het begin van het jaar tot het einde van het jaar” (Deut. 11:12). Maar wat kunnen dat dan zijn, deze geestelijke aspecten van onze Israëlische vruchten?
De Thoratekst
Laten we eerst de Thora-verzen lezen (Deut. 8): “5 Weet dan in uw hart dat HaShem, uw God, u gehoorzaamheid bijbrengt zoals een man zijn zoon gehoorzaamheid bijbrengt, 6 en neem de geboden van HaShem, uw God, in acht door in Zijn wegen te gaan en door Hem te vrezen. 7 Want HaShem, uw God, brengt u in een goed land: een land met waterbeken, bronnen en diepe wateren, die ontspringen in het dal en op het gebergte; 8 een land met tarwe en gerst, wijnstokken, vijgenbomen en granaatappels; een land met olierijke olijfbomen en honing; 9 een land waarin u zonder schaarste brood zult eten, waarin het u aan niets ontbreken zal; een land waarvan de stenen ijzer zijn, en waarin u uit zijn bergen koper kunt hakken. 10 Als u dan gegeten hebt en verzadigd bent, loof dan HaShem, uw God, voor het goede land dat Hij u gegeven heeft”.
De twee woorden land in vers 8 staan symbolisch voor de twee werelden die met elkaar verbonden zijn, namelijk de hemelse en aardse. Tussen beide werelden is doorlopend een wisselwerking. De bovenwereld wil de materiele wereld bevruchten met geestelijke verdieping en inspiratie. De hele wereld is zo gecreëerd en de mens is het meest sprekende voorbeeld hiervan. Zijn geest moet zijn lichaam beïnvloeden.
Maar daarvoor moet de materiele wereld openstaan. Materiele en spirituele vervuiling hinderen dit proces van wederzijdse beïnvloeding. Als wij onszelf vervuilen door allerlei onheilige activiteiten, vertrekt de Sjechina (de G’ddelijke aanwezigheid) uit onze omgeving.
De hemelse wereld wil de materiele wereld bevruchten met geestelijke verdieping en inspiratie.
We moeten dus G’d gehoorzamen, vrezen en dienen, want we komen naar Israël. Dit kan niet anders betekenen dan dat wij in Israël het toppunt van religiositeit en godsdienstigheid meemaken. Maar om dit niveau te halen, moeten we meer doen dan alleen op de yogamat zitten. We moeten G’d ook in ons dagelijks leven betrekken. Pas dan kunnen we de heiligheid van Israëls vruchten beseffen en proeven.
Heilige vruchten?
Maar kunnen vruchten heiligheid hebben of geven aan de genietende consumenten? Ja! Maar hoe dan? De eerste en meest eenvoudige methode om via de vruchten een bepaalde heiligheid te krijgen, is door G’d te danken voor en na het eten van de vruchten. Dat staat ook aan het einde van het citaat: “Loof dan HaShem, uw God, voor het goede land”. Maar wat heeft het goede land met de vruchten te maken?
De Kabbalisten (Joodse mystici) vertellen ons dat wij niet uit een bacterie, aap of een of andere duistere Bigbang voortkomen. G-d heeft deze aardse wereld geschapen naar aanleiding van een hemels beeld. Ideaal is het natuurlijk wanneer dit aardse gebeuren nauw aansluit bij haar spirituele oorsprong in de minder materiele werelden, zoals de werelden van de engelen.
Israël heet de ‘navel van de aarde’ en hier is de verbinding tussen de hogere werelden en deze materiele wereld het sterkst. De heiligheid van deze hogere werelden weerspiegelt zich dan in deze aardse wereld en stroomt via de grond in de vruchten binnen. Zo worden we enkel door het eten en het loven van G’d al een heel stuk van die heiligheid deelachtig. Maar er is veel meer. Het kwaad in deze wereld is gevolg van de zondeval van de eerste mensen, door te eten van de boom van kennis van goed en kwaad. Maar er zat ook ‘goeds’ in deze boom.
De boom van kennis
Was de boom van kennis van goed en kwaad een appelboom? Sommige kabbalistische bronnen lijken dit aan te geven. De Talmoed geeft over de aard van de boom van kennis vier meningen:
- Een rabbijn meent dat het een wijnstok was. Zijn bewijs: alleen door de wijn komt er zo veel ellende over de wereld. De zondeval bracht (en brengt nog steeds) veel ellende.
- Een volgende rabbijn meent dat het een vijgenboom was. Zijn bewijs: met dezelfde vrucht als waarmee gezondigd hadden, werden Adam en Eva gered en bedekt. Dat waren vijgenbladen.
- Een andere rabbijn meent dat het graan was. Zijn bewijs: pas wanneer een baby graan begint te eten, begint hij dingen te begrijpen. De boom van kennis van goed en kwaad wijst op een bepaalde mate van begrip en verstand.
- Tenslotte meent een rabbijn dat het een granaatappel was. Zijn bewijs: een granaatappel is vol pitten. Zo ook zit de mens vol potentieel voor goede daden. De correctie voor de zondeval bestaat – naast de band met het Opperwezen - uit naastenliefde en goede, menslievende daden.
Het is opmerkelijk dat al deze vier vruchten of bomen terugkomen in de aangeprezen vruchten van het land Israël: graan (tarwe en gerst), wijnstokken, vijgenbomen en granaatappels. Vruchten van het land eten zou dan een tikoen (correctie) zijn voor alles wat bij de zondeval is misgegaan. Wanneer wij spiritualiteit in deze wereld terugbrengen, wordt de zondeval stukje bij beetje ongedaan gemaakt.
Wanneer wij spiritualiteit in deze wereld terugbrengen, wordt de zondeval stukje bij beetje ongedaan gemaakt.
Bovendien zijn de vruchten in Deut. 8:8 opgesplitst in 5 soorten bij het eerste woord land en 2 soorten bij het tweede woord. Dit herinnert aan de twee meningen over het aantal boeken van de Thora. Het Hebreeuwse woord Erets (land) komt van de stam ‘willen‘. Erets Jisraeel betekent: de ‘wil om bij Israël te horen’. In Israël is deze wens sterker dan ooit, sterker dan dit verlangen buiten Israël. De eerste vijf soorten zijn de gewone, natuurlijke wil om bij Israël te horen. De laatste twee soorten – olijven en dadels – symboliseren de zeer speciale band met Israël (zie verder).
Vijf of zeven boeken?
De meeste mensen menen dat de Thora vijf boeken heeft, maar een aantal rabbijnen menen dat de Thora 7 boeken kent. Dit omdat het vierde Thoraboek Numeri in drieën gesplitst wordt. De Thora is natuurlijk essentieel voor het voortbestaan van het Joodse volk op Israëlische bodem. Zonder de Thora gaat dit niet. Het land Israël heet alleen goed als het opkijkt naar de ideeën uit de Thora en als het volk de Thora volgt.
Het woord ‘land’ komt zeven maal voor in de hierboven geciteerde tekst uit Deuteronomium. Vijf van de zeven vruchten groeien alleen in een vruchtbare omgeving, maar de olijfboom en de dadelboom groeien ook in streken die veel minder vruchtbaar zijn. Israël voegt dan extra smaak en kwaliteit toe aan deze vruchten.
De zeven vruchten corresponderen overigens ook met de maanden van het jaar. Tijd en plaats komen in de vruchten samen. Tarwe en gerst groeien in Nisan en Ijar (lente). De druiven groeien in Sivan en Tamoez (einde lente, begin zomer), de vijg in Aw (zomer). De granaatappel bloeit in Elloel (einde zomer, begin herfst). De olijfboom en de dadelpalm zijn herfstvruchten en komen van de boom in Tisjri, Chesjwan en Kisleev (herfst, winter).
De andere vijf van de zeven vruchten van Israël groeien in principe alleen in een vruchtbare omgeving. Het zijn ook vruchten waar de Israëlische kwaliteit hoog is, maar daarin blinkt Israël niet zo duidelijk uit. Juist in de olijven en dadels, die in principe overal groeien, is de speciale heilige groeikracht van Israël duidelijk. In Israël komt er goede olijfolie uit en ook heerlijke honing.
Inderdaad hebben de vruchten van het Heilige Land een speciale betekenis…