Na kerstmis, op 27 december, gingen mijn man Willem en ik op weg naar de synagoge in Amersfoort. Het derde lichtje van de Chanoekia zou worden aangestoken, en daar wilden we graag bij zijn. Om onze verbondenheid met de Joodse gemeente hier in Amersfoort te tonen, juist in deze tijd.
Als we aankomen bij de synagoge staan er maar enkele mensen, en er is geen Chanoekia te bekennen in de tuin van de synagoge. We horen dat het eigenlijk een vergissing is, en dat het grote, openbare, feestelijke aansteken van de kaarsen pas op 1 januari zal plaatsvinden! Wel zijn we van harte welkom in het gemeenschapsgebouw tegenover de synagoge, en rabbijn Jacobs zal ook komen.
De kleine ruimte is helemaal gevuld met belangstellenden. Enkele jonge rabbijnen steken de kaarsen aan en spreken de gebeden uit. Een grote kandelaar staat voor het raam. Enkele kleinere op de tafel. Drie kaarsen worden vanavond aangestoken. Een feestelijk licht schijnt door de ramen. Het eeuwenoude lied Maoz Tsur (Rots der Eeuwen)wordt gezongen. De meeste mensen zingen mee. Wij neuriën de melodie mee.
De komst van rabbijn Jacobs werd met spanning afgewacht. Als hij aankomt verontschuldigt hij zich. Het was eigenlijk zijn fout dat de datum van de openbaring viering verkeerd doorgegeven was. Hij was nu snel naar ons toegekomen.
Thuis had hij de kaarsen voor Chanoeka al aangestoken. Zijn vrouw zou daarna de sabbatskaarsen aansteken. Eerst moet het Chanoekalicht branden. Daarna pas de sabbatskaarsen, Want als die eenmaal zijn aangestoken, mag je geen vuur meer maken! Dan is de sabbat begonnen!
De rabbijn vertelt over de achtarmige Menora, die de Chanoekia wordt genoemd, omdat deze alleen tijdens Chanoeka wordt gebruikt. De Chanoekia bestaat uit acht armen plus één extra in het midden, die de sjamasj (dienaar kaars) wordt genoemd. Met deze extra kaars worden de overige kaarsjes aangestoken, acht dagen lang.
De overwinning van het Joodse geloof op de Grieks hellenistische overheersing wordt bij dit feest gevierd. Bij de verovering van de Tempel was er een kruikje olie gevonden. Die olie was genoeg om de Menora één dag te laten branden. Het wonder van Chanoeka is dat na acht dagen de olie nog steeds brandde. Zo was er tijd om nieuwe, koosjere olie te maken voor de Menora in de Tempel.
‘Maar’, zei de rabbijn, ‘stel dat het kruikje olie er niet was geweest, zouden we dan nog ooit het feest van Chanoeka gevierd hebben? Jazeker! We vieren dat we de overwinning op de vijanden van Israël behaald hebben en we de God van Abraham, Izaäk en Jacob weer kunnen dienen.’ Overwinning over de Griekse geest, het hellenisme en de Griekse goden.
Het is de bedoeling om de Chanoekia voor het raam of in de deuropening te zetten, zodat iedereen het licht kan zien. Veel Joden zijn tegenwoordig bang om de kandelaar met de acht lichtjes voor het raam te zetten. Bang om bespot en gehoond te worden. Dan mag je hem ook gerust binnen in de huiskamer zetten, volgens rabbijn Jacobs. Ook al ziet niemand het. Als het vlammetje maar zuiver is. Als ons geloof in de Allerhoogste maar echt is en wij Hem dienen met liefde.
De Griekse geest van het hellenisme/humanisme steekt in de hele wereld opnieuw de kop op. Daar hebben Joden en Christenen weinig goeds van te verwachten. Tegenwoordig mag je in alles geloven, maar niet in God. Het licht van Chanoeka vertelt ons dat er in God totaal geen duisternis is, maar eeuwig licht. Als we Hem dienen en op Hem vertrouwen, zal Hij ons ook de kracht geven om een licht te zijn in deze donkere wereld. De Heere Jezus zegt tegen ons: ‘Laat zo uw licht schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien, en uw Vader, die in de hemel is verheerlijken.’
Dat licht mogen we uitstralen naar onze Joodse vrienden, en naar iedereen die God op onze weg brengt, ook in 2025!