23 november 2022. Aryeh Schupak, zestien jaar. De dag ervoor kende bijna niemand zijn naam. Deze woensdag is hij gedood. Vanmiddag is hij begraven. Een rouwende familie, het hele land huilt met ze mee.
Jeruzalem, de stad met de gouden gloed. De bergen, de zon, de Jeruzalem-steen. Afgelopen week nog liep ik er rond. Genietend van al het moois. Het gezang vanuit de Joodse leerscholen. De minaret met de aankondiging voor het middaggebed. Dansen bij de Klaagmuur. Synagogen, kerken, moskeeën.
Ivriet, Arabisch, Russisch, Engels … en ja, ook hier en daar wat Nederlands. Hollende, prevelende, vrolijke en ernstig kijkende mensen. Jong en oud. Gelovigen en niet-gelovigen. Ze dwalen al eeuwen lang door de straatjes van de meest bijzondere stad van de wereld: ons Jeruzalem. Ik dwaal met ze mee. Met mijn ogen dicht en dan weer open.
De melodieën, de geuren, de kleuren. Intens genietend.
Vanmorgen vroeg loeiden de ambulances door de stad. Er waren twee afschuwelijke aanslagen gepleegd, vlak achter elkaar. Gegil, gehuil, bloed, scherven, paniek. Een dode en vele gewonden.
Jeruzalem stond even stil om vervolgens weer over te gaan tot de orde van de dag. Hoe bizar het ook klinkt, zo is het leven in Israël.
Ik zal er nooit aan wennen.