Het was een emotionele week: afgelopen week werd onze kleinzoon ingezworen in het Israëlische leger tegenover de Kotel, de Klaagmuur. En gisteren, zondag 29 mei, vierden we Jom Jeroesjalajiem, Jeruzalemdag.
Ik herinner me de Zesdaagse Oorlog van 1967 nog als de dag van gisteren. Ik zou dat jaar Bar Mitswa, kerkelijk meerderjarig, worden. Mijn vader was op studiereis en kon niet terugkomen, mijn moeder was helemaal alleen met veel kleine kinderen en stond constant te huilen bij de radio. De eerste paar dagen kwam er nauwelijks nieuws. Op het de Joodse school Maimonides in Amsterdam zaten we in de klas aan de radio gekluisterd. We waren allemaal doodsbang dat het verkeerd zou aflopen. Na drie dagen werd Jeruzalem weer onder Joods bestuur geplaatst, maar de strijd was bitter. Na zes dagen was de Golan Hoogvlakte veroverd en keerde de rust weer terug.
G’ds hulp
Ik herinner me de rabbijn nog, die ons vertelde dat G’d voor ons gestreden had: ‘HaSjeem iesj milchama – G’d kan ook verschijnen als een oorlogsheld, Die benarde mensen uit de nood helpt’ (Ex. 15:3). Deze oorlog zou niet de laatste zijn, voorspelde hij. Helaas kreeg hij zes jaar later gelijk in de Jom Kippoeroorlog. Israël werd toen op de heiligste dag van het jaar overvallen, wederom weer door de buurlanden in het Midden-Oosten. Helaas is de oorlog nog niet geweken. Gisteren riep Hamas weer eens op om zo veel mogelijk Joden te doden. Het doet denken aan de donkerste perioden uit de Europese geschiedenis.
Iran spreekt nog steeds van een totale vernietiging en vele anderen dromen ervan en spreken over een totale verdrijving. Antizionisme blijft antisemitisme.
Messiaanse tijden
Zelfmoordaanslagen zijn helaas nog aan de orde van de dag. Israëli’s vertellen mij dat dit een symptoom van wanhoop zou zijn. Onze vijanden zien hoe het land onder Joods bestuur bloeit en groeit. Onbewust voelen zij aan dat dit een voorteken voor Messiaanse tijden is. Zelfmoordaanslagen tonen hun wanhoop. Ik heb begrip voor hun wanhoop, want tegen G’ds plannen kun je moeilijk op. Maar als je dan geconfronteerd wordt met een zelfgemaakte molotovcocktail of een spijkerbom, die zeer ellendige wonden maakt, piep je wel anders.
Ik heb begrip voor de wanhoop van onze vijanden, want tegen G'ds plannen kun je moeilijk op.
De opeenvolgende stadia van de Messiaanse bevrijding gaan helaas gepaard met pijn en problemen. De profeet Jesaja zei het al (54:11 e.v.): ‘U, ellendige, door stormweer voortgedrevene, ongetrooste, zie, Ik zal uw stenen leggen in schitterend zilverwit, Ik zal u grondvesten op saffieren, uw torens maken van kristal, uw poorten van robijn, heel uw omwalling van edelsteen‘.
In de Talmoed is er naar aanleiding van deze verzen een controverse tussen Rabbi Jehoeda en Rabbi Chizkia, beide zonen van Rabbi Chija (einde 2e eeuw, Israël). Ze strijden over de exacte vertaling van de stenen, die naar hun mening de jaspissteen zou zijn of de onyx. De ene steen staat voor ‘de strenge rechtvaardigheid’ en de andere voor ‘liefde en genegenheid’. De profeet spreekt in de letterlijke betekenis van de verzen over een schitterende toekomst voor Jeruzalem. Hij schildert de heilsbeloften van Sion. Maar achter deze prachtige beeldspraak gaat de harde werkelijkheid schuil.
Op een dieper niveau spreekt de profeet Jesaja van de omstandigheden waaronder de herrijzenis van Jeruzalem gestalte zal krijgen. Zal het allemaal van een leien dakje gaan of zal de wederopbouw van Jeruzalem gepaard gaan met grote problemen en veel pijn? We zien beide toestanden realiteit worden bij de herbouw van Jeruzalem.
Plezier en pijn
Aan de ene kant is het oude deel van Jeruzalem een lust voor het oog geworden, maar aan de andere kant zijn hier dagelijks oproeren gaande en verschijnen de oproerkraaiers met hun stenen in de hand als de grote helden in het nieuws.
Inmiddels heeft zelfs de Amerikaanse president Joe Biden op vrijdag 13 mei 2022 “de cruciale rol van het Hasjemitisch koninkrijk Jordanië als de bewaarder van islamitische heilige plaatsen in Jeruzalem” voor het voetlicht geplaatst. Biden vergat voor het gemak dat andere religies daar veel oudere heilige plaatsen en rechten hebben. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden, maar heelmeesters zonder enig historisch besef brouwen er helemaal niets van. Het wordt pas echt bitter wanneer men als vredestichter alleen maar oog heeft voor de partij die het meeste lawaai maakt. Het allerergste vind ik dat hij zelfs zijn eigen roots totaal ontkent. Dan dooft het licht…
Negatieve en positieve emoties
De Maharal van Praag (16e eeuw) legt uit dat dit de achtergrond van de Talmoedische controverse vormt. Hoe zal de toekomst er voor Jeruzalem uitzien? En zoals zo vaak in Talmoedische controverses, hebben beide meningen gelijk. We zijn hier vandaag de dag getuige van. Jeruzalem wordt herbouwd, dat is een feit. Maar het gaat met veel goede, maar ook heel veel onlustgevoelens gepaard. Na Jom Jeroesjalajiem (29 mei) komt Sjawoe’ot, het Wekenfeest, waarop we de Thora kregen in de Sinaï-woestijn.
Het inleidende vers op de G’ds openbaring op de berg Sinaï luidt: ‘Zij braken op vanuit Rafidim, kwamen in de woestijn Sinaï en sloegen hun kamp op in de woestijn. Israël sloeg daar zijn kamp op tegenover de berg‘(Ex. 19:2). Volgens onze klassieke verklaarders vormt deze reisbeschrijving ook een beschrijving van de voorbereidingen op het geven van de Thora.
Rafidim is niet alleen een geografische beschrijving, het is ook een psychologische dispositie. Rafidim betekent in het Hebreeuws ook ‘zwak in je schoenen staan’. De Israëlieten waren aan het twijfelen of ze wel aan de eisen van de Thora wilden of konden voldoen en struikelden door verschillende passies.
Daarom moesten ze al die twijfels en verleidingen ‘verlaten’ en ‘daarvanuit opbreken’ om zich klaar te maken voor het ontvangen van de Thora. Tegenover de berg sloeg Israël zijn kamp op. Onze geleerden wijzen ons erop dat dit de eerste keer is dat het volk in het enkelvoud wordt beschreven: ‘Israël sloeg daar zijn kamp op‘. Eenheid en beslistheid vormen de basis voor een gezonde Thora-maatschappij.