Aan het einde van de Thora wordt de dood van Mozes beschreven. Deuteronomium 34:5 leest “Toen stierf daar Mozes, de dienaar van G’d, in het land Moab, op bevel van G’d.”
Mozes moest het hele land Israël aanschouwen van de berg Nebo. Volgens Rabbi Jitschak Abarbanel (15e eeuw) was het onmogelijk om op natuurlijke wijze het hele land te zien. Abarbanel legt uit, dat Mozes’ zintuigen veel gevoeliger waren dan die van ons, of dat G’d zijn gezichtsvermogen versterkte.
Vele verklaarders zeggen dat Mozes een gebod uit de Thora (“en sterf…”) opvolgde toen hij stierf. Abarbanel stelt nog dat Mozes geen fysieke, natuurlijke dood stierf maar juist door zijn hechting aan G’d is overleden.
De laatste acht verzen uit de Thora
In de Talmoed (tractaat Bawa Batra (15)) wordt een meningsverschil tussen verschillende Geleerden beschreven over de vraag wie de laatste acht verzen uit de Thora geschreven heeft. Rabbi Jehoeda vraagt zich af of het mogelijk was dat Mozes gestorven was en toch de woorden “toen stierf daar Mozes” schreef? Zijn antwoord luidt, dat Mozes de hele Thora behalve de acht laatste verzen heeft geschreven. Jehosjoe’a (Jozua) schreef verder.
Rabbi Sjimon is echter van mening dat Mozes de hele Thora heeft afgeschreven, dat G’d de laatste acht verzen dicteerde en Mozes ze bedima – onder tranen heeft opgeschreven. De dertiende-eeuwse geleerden Ibn Ezra en Rabbenoe Mejoechas menen, dat Jehosjoe’a (Jozua) de laatste twaalf verzen heeft opgeschreven vanaf het begin van Deuteronomium hoofdstuk 34. Daar staat dat Mozes de berg Nebo opklom, waarna hij niet meer is afgedaald.
Verward
Rabbi Elijahoe van Wilna (18e eeuw) zegt dat bedima – ‘met tranen’ in het Hebreeuws betekent ‘verward’. Dat wil zeggen, dat de Thora, die al vele jaren vóór de Schepping van de wereld geschreven was in zwart vuur op wit vuur, in andere werelden andere letterverbindingen kent dan de Thora, die wij hier op aarde kennen.
Op de berg Sinai, bij het geven van de Thora, werden die verschillende letters tot woorden en zinnen gevormd zoals wij die nu kennen. De letters van de laatste verzen uit de Thora werden inderdaad wel door Mozes Rabbenoe geschreven maar pas ná de dood van Mozes werden de letters tot woorden samengevoegd, aldus Rabbi Elijahoe.
Onbekend graf?
Deuteronomium 34:6 leest: “En niemand kent zijn graf tot op deze dag.” De verklaarders gaan uitvoerig in op het gegeven dat Mozes een natuurlijke dood stierf, terwijl Elia de Profeet in een storm hemelwaarts toog.
De Ba’al haAkeda (18e eeuw) stelt dat de mens uit twee delen bestaat, lichaam en geest. De scheiding tussen deze twee delen tijdens het overlijden kan op drie manieren plaatsvinden:
- Bij slechte mensen heeft de ziel grote moeite zich om zich los te maken van het lichaam om naar de Hemel te stijgen.
- Ook bij Tsaddiekiem (heiligen), wiens zielekracht sterker is dan hun lichaam, lukt het de ziel niet altijd het lichaam ongeschonden te verlaten.
- Bij Mozes waren lichaam en ziel eigenlijk volledig van elkaar gescheiden. Vandaar dat ook niemand zijn graf kent omdat er helemaal geen ontbinding op zijn lichaam van toepassing was. Het lichaam van Mozes vermengde zich volledig met de aarde.
Misbruik
De 17e eeuwse commentator Chizkoeni meent dat niemand zijn begraafplaats mocht weten, opdat later mensen geen onenigheid zouden krijgen over de vraag wie in zijn buurt begraven zou mogen worden. Bovendien zou zijn graf misschien misbruikt worden door zwarte magiërs. Rabbi Levi ben Gersjom (14e eeuw) geeft drie andere redenen voor de geheimzinnigheid rond Mozes’s graf:
- Opdat men hem niet tot een afgod zou maken
- Begraven is een vernederende bezigheid, die G’d hem wilde besparen
- Net zoals Mozes tijdens zijn leven afgescheiden was van de rest van de mensheid, werd hij ook bij zijn dood apart gehouden.
Heeft Mozes zichzelf begraven?
Deuteronomium 34:6: “En hij begroef hem in het dal in het land Moab”. De vraag is wie Mozes begraven heeft. Naar de eenvoudige zin geeft het vers aan dat G’d Mozes begraven heeft. Maar Rabbi Jisjmaëel (2e eeuw) is van mening dat Mozes zichzelf begraven heeft.
Volgens Rabbi Owadja Sforno (16e eeuw, Italie) heeft de afscheidende ziel van Mozes het lichaam begraven. Ibn Ezra (13e eeuw) legt echter uit, dat Mozes een grot binnen ging en daar bedolven werd onder de aarde. De Geleerden uit de Talmoed (B.T. Sota 13) verklaren, dat Mozes niet gestorven is maar dat hij naar de Hemel gevaren is.