Op 9 oktober ‘s avonds was de Joodse Michael bij zijn familie om zijn verjaardag te vieren. Toen hij thuiskwam vond hij zijn kleine flatje in Amsterdam volledig overhoopgehaald, aldus Michael. Alle Joodse en Israëlische items liggen kapot op de grond. Een afbeelding van de Westelijke Muur is kapotgesneden, de Israëlische vlag en een oude Hebreeuwse Bijbel zijn aan stukken gescheurd. Een antieke menora, een erfstuk van Michaels voorouders, ligt in stukken verspreid door de kamer. Kasten zijn leeggehaald, de bank en stoel zijn aan flarden.

Onbekend

Michael staat in tranen in zijn flatje: “Afgelopen maandag was ik nog op de manifestatie op de Dam. We zongen er liederen, we stonden in harmonie naast elkaar om samen 7 oktober te herdenken. Gisteren was het 9 oktober, mijn dochter uit Israël was er ook om mijn verjaardag te vieren. Het was zo’n bijzonder mooie dag. En dan gebeurt ’s avonds dit. Ik heb er geen woorden voor”.

Wie de daders zijn van de inbraak, is nog niet bekend. De politie geeft alle prioriteit aan het onderzoek, maar tot nu toe blijft het gissen. Michael: “Ik weet niet wie dit gedaan heeft. Misschien is iemand mij gevolgd toen ik naar huis ging vanaf de Dam”.

Daags na de inbraak bracht burgemeester Femke Halsema een bezoek, ze komt met een bos bloemen om het verhaal van Michael aan te horen. Halsema: “Dit is echt een stap verder. De politie doet nog onderzoek, dus uitsluitsel hebben we niet. Maar het lijkt erop dat meneer is uitgekozen en naar zijn huis is gevolgd. Dat is echt afschuwelijk, onverteerbaar, onacceptabel. Vanuit de gemeente kijken we wat voor hem kunnen doen.”

Steun

Dankzij uw steun konden we gisteren voor Michael koosjere boodschappen kopen en bij hem langsbrengen, zodat hij in elk geval de komende dagen vooruit kan.

Menorah

De Joods-Israëlische Michael woonde jarenlang in Israël, waar hij ook in het Israëlische leger diende. Michael: “Wat ik het ergste vind, is de kapotte Bijbel en de vlag. Voor die vlag heb ik gevochten en hebben mijn vrienden hun leven gegeven. De menorah was van mijn grootouders die in de kampen hebben gezeten. Dat dit gebeurt in Nederland, ik kan het gewoon niet geloven.”