Soms denken mensen dat onze liefde voor Israël ten koste gaat van onze liefde voor Jezus. Maar is dat ook zo?
Onze liefde voor Israël is groot en soms heftig. Dat is trouwens met de afkeer van sommigen jegens Israël ook zo. Waar komt die diepe emotie vandaan?
Als God begint aan de uiteindelijke verlossing van de wereld – Paulus noemt het de volheid van de tijd – verschijnt Jezus in het midden het Joodse volk. In Hem is God dichterbij dan ooit in Zijn eeuwenoude gemeente. Als we zeggen dat Jezus en God en mens, zeggen we te weinig. In Hem is de volheid van God aanwezig, schrijft Paulus, maar Hij is ook Jood. Daarom wordt Jezus ook op de achtste dag besneden. Hij draagt het teken van het verbond van God met Israël aan Zijn lichaam. Zo is Hij Immanuël (God met ons).
Het heil is uit de Joden
Als Jezus zegt dat het heil uit de Joden is (Joh.4), doelt Hij in de eerste plaats op Zichzelf.
Dat betekent dat een Jood de zonden van de wereld heeft gedragen.
Dat een Jood ons voorgaat door de dood naar het leven.
Dat een Jood de volken oordelen zal en
Dat een Jood de wereld zal regeren vanuit Jeruzalem, de stad van de Grote Koning.
Dat betekent ook dat het hoofd van de christelijke kerk een Jood is. Dit alles is zo wezenlijk voor ons geloof dat het niet verzwegen kan worden.
Leven met God
Paulus spreekt in zijn brieven over de betekenis van het sterven en de opstanding van Christus maar ook over de betekenis van Zijn leven. Wij mogen delen in Zijn geloof, in Zijn gehoorzaamheid aan de Vader, in Zijn toewijding en liefde en geduld. De Jood Jezus is bewoond door Zijn Geest.
Dat is de kern en de inhoud van ons leven met God.
En daar behoort ook de dienst aan Israël toe. Zegt de Bijbel immers niet dat Jezus een dienaar van de Joden geworden is om alle beloften van God te verzekeren? (Rom.15:8).
Jezus en Israël is dus geen tegenstelling, wij zegenen Israël uit liefde voor Jezus en wij ontmoeten in Jezus het Joodse volk.