Sluiten

Zoeken.

Artikelen

Activiteiten

Kennisbank

Podcasts

Projecten

Publicaties

Videos

Overig

Jom Hasjoa: het terrorisme van onze vijanden is nooit gestopt

Door Rabbijn mr. drs. R. Evers - 

18 april 2023

Judith Sohlberg

Holocaustoverlevende Judith Sohlberg steekt een van de zes fakkels aan tijdens de nationale Holocaustherdenking. Foto: Erik Marmor/Flash90

De Sjoa, de Holocaust, staat nog altijd vers in ons geheugen gegrift en dat blijft helaas zo. Gisterenavond, de vooravond van Jom Hasjoa, zijn hier in Israël zes fakkels worden aangestoken bij de plechtigheid in Yad Vashem, ter herinnering aan de zes miljoen vermoorde Joden. Eén fakkel werd aangestoken door een goede kennis van ons, de Holocaustoverlevende mevrouw Judith Sohlberg.

Confrontatie met de dood

We lazen afgelopen week wereldwijd uit de Thora over de dood van Nadab en Abihu, de twee zonen van de hogepriester Aäron (Lev. 10:2): “Toen ging een vuur uit van het aangezicht van G’d, en verteerde hen, zodat zij stierven voor het aangezicht van G’d”. Daarna sprak G’d tot Aharon, Elazar en Itamar, de ‘overgebleven zonen’ (Lev. 10:12).

Sommige mensen vertalen deze woorden de ‘overgebleven zonen’ als de ‘survivors’, overlevenden. We spreken ook over mensen, die de Holocaust meegemaakt hebben als ‘survivors’. Die hebben een ernstige schok-ervaring meegemaakt omdat ze existentieel bedreigd werden. Joden moesten van het naziregime vernietigd worden en de nazi’s hebben er werkelijk alles aan gedaan om hun doel te bereiken.

Het moorden is nooit gestopt

Ook de ‘tweede generatie’, waartoe ook ik behoor, de kinderen van de Holocaustoverlevenden, hebben dit grote trauma, waarbij de helft van ons volk op beestachtige wijze systematisch en intens wreed werd uitgemoord, nog steeds niet verwerkt. De vraag is waarom wij hier nog steeds niet overheen zijn: “De tijd heelt toch alle wonden?"

Het antwoord moge duidelijk zijn. Het terrorisme van onze vijanden is nooit gestopt. We blijven een bedreigde minderheid. Hier in Israël worden we er met de regelmaat van de klok aan herinnerd, dat we ons zelfs in ons eigen land niet veilig mogen voelen. De afgelopen maanden is de terreur tegen alles wat Joods is, weer verhevigd. Kinderen, broers en zusters en hun ouders worden neergemaaid door ‘medeburgers’, die geen medelijden kennen. Het moorden is nooit gestopt en de rouwverwerking kan dan ook niet goed gestart worden.

Drie typen Jodenhaat

Bij de uittocht uit Egypte, die wij vorige weken gevierd hebben met Pesach, zongen de kinderen Israëls na het splijten van de Rietzee een lied, waarbij een aantal van onze vaste vijanden vermeld werden. Het gaat om de Edomieten en Amalekieten, de Moabieten, de Filistijnen en de Kanaänieten (Ex. 15:14-15): “De volken hebben het gehoord, zij sidderden, angst heeft de inwoners van Filistea aangegrepen. Toen werden door schrik overmand de stamhoofden van Edom. De machthebbers van Moab greep huivering aan. Al de inwoners van Kanaän smolten weg”.

Amalekieten

De Edomieten en speciaal hun afstammelingen, de Amalekieten, waren en zijn er altijd op uit geweest om ons fysiek kapot te maken. Het naziregime is hier duidelijk in geweest, gedenk het verhaal van Edith Stein. Het ging bij hen om de lichamelijke vernietiging van alles wat Joods is, zoals we ook zagen bij Haman uit de Esther-geschiedenis (Ester 3:13): “met het bevel alle Joden weg te vagen, te doden en om te brengen, van jong tot oud, met de kleine kinderen en de vrouwen, op één dag“.

Moabieten

De Moabieten hebben ons altijd geestelijk bedreigd. De Thora getuigt ervan hoe ze het Joodse volk, zelfs nog gedurende de veertigjarige omzwerving door de Sinaï-woestijn, met hoererij en ontucht probeerden van hun geloof af te brengen.

Filistijnen en Kanaänieten

De Filistijnen en Kanaänieten deden er alles aan om de band tussen de kinderen Israëls en het heilige land te verbreken en ook dat gebeurt tot op de dag van vandaag. Wanneer wij ons dan proberen te verdedigen, worden wij beschuldigd van ‘Apartheid’ en ‘genocide’.

Geestelijke groei

Al in Egypte groeiden wij tegen alle verdrukking in (Ex. 1:12): "Hoe meer zij het echter onderdrukten, hoe talrijker het werd en hoe meer het zich uitbreidde“. G’dzijdank maken we hier in Israël eindelijk weer een enorme geestelijke en fysieke groei mee. Terwijl de Joodse gemeenschappen buiten Israël alleen maar afnemen, groeien we hier tegen alle verdrukking in. Alleen hier kunnen we eindelijk afstand nemen van al die pogroms, vervolgingen en vernederingen, die we moesten verduren tijdens onze zwerftocht over de aardbol. Eindelijk zijn we weer thuisgekomen. Het is de hoop op een betere toekomst, die ons in leven houdt.

Am Jisraeel chaj, eindelijk weer!

Rabbijn-mr.-drs.-R.-Evers_avatar-90x90 (1)

De auteur

Rabbijn mr. drs. R. Evers

Rabbijn R. Evers was opperrabbijn in Dusseldorf. Hij maakte in de zomer van 2021 met zijn vrouw alija naar Israël. 

Doneren
Abonneren
Agenda