Justitiële hervorming in de Thora
Door Rabbijn mr. drs. R. Evers -
23 augustus 2023
Israël bevindt zich door pogingen van de regering om justitiële hervorming door te voeren aan de rand van een burgeroorlog. De kaart voor een tweestatenoplossing tussen rechtse en linkse Israëli’s doet al de ronde op de media. Het herinnert aan het oude Israël van 2960 jaar geleden.
Op dit moment dreigen veel hoogopgeleide Israëli’s te verhuizen naar het buitenland, omdat ze niet weten hoe dit allemaal verder moet. Er wordt nog steeds gedemonstreerd en iedereen in binnen- en buitenland is hiermee bezig.
Ook het oude Israël was verdeeld. Na de dood van de wijze koning Salomo werd het Joodse land verdeeld in het noordelijke rijk Israël van tien stammen en het zuidelijke rijk Juda van de overige twee stammen, dat rond Jeruzalem gecentreerd was. Het tienstammenrijk is totaal verdwenen uit de Joodse geschiedenis.
Staatkundige regels
Tijdens de laatste speech van bijna 120-jarige Mozes werden belangrijke staatkundige regels geformuleerd toen het Joodse volk nog in de woestijn zat.
Moderne ideeën over hoe een rechtvaardige staat er uit moet zien van de Engelse filosoof John Locke (1632-1704) staan in zijn Two Treatises on Governement. Die van Montesquieu (1689-1755) staan in zijn boek De l'esprit des lois ('Over de geest van de wetten') uit 1748.
Deze denkers lijken geïnspireerd door de Griekse filosoof Plato, die in zijn De Republica vergelijkbare gedachten formuleert. Maar het zou mij niet verbazen als zij niet ook geïnspireerd zouden zijn geweest door de staatkundige regels die Mozes in de Thora neerschrijft. Deze zijn heel duidelijk.
Drie staatsmachten
In de trias politica leer verdedigt Montesquieu dat er een degelijk evenwicht moet bestaan tussen de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht.
In het oude Europa, dat gebukt ging onder de tirannie van dictatuur en bestuurlijke willekeur, bestond er geen of weinig scheiding van deze drie staatsfuncties. Er waren geen ‘checks and balances’, om de relaties tussen deze drie machten goed in de hand te houden.
Op deze driedeling van de macht zijn vrijwel alle moderne westerse staten gebaseerd. Waar het uiteindelijk om draait, is het bestrijden van corruptie en willekeur bij het uitoefenen van staatsmacht. Onze parlementen stellen de wetten vast. Dit is de wetgevende macht.
Uitvoering en handhaving van de wetten geschiedt door de regering met behulp van de politie. Dit heet de uitvoerende macht. Het parlement controleert ook het optreden van de uitvoerende macht (bijvoorbeeld de politie).
Onafhankelijke rechters spreken recht op basis van de wet, bestraffen misdaden en berechten geschillen. Dat noemen we de rechtsprekende macht.
Wetgevende en rechtsprekende macht in de Thora:
- In de Thora geeft G’d de wetten.
- Deze wetten werden geïnterpreteerd en berecht door het Sanhedrin, de Hoge Raad, het Opperste Gericht. In alle steden in het oude Israël moesten voor iedere stam lagere rechtbanken ingesteld worden (Deut. 16:18): “U moet binnen al uw poorten, die uw G‘d, u geeft, rechters en beambten over uw stammen aanstellen. Zij moeten met een rechtvaardig oordeel rechtspreken over het volk“.
- Beambten moesten de rechterlijke vonnissen realiseren.
Twee machten
Het aanstellen van rechters en beambten wordt gezien als twee verschillende opdrachten, waardoor twee machten ontstaan: de rechterlijke en een uitvoerende macht. In het oude Israël bestond de taak van de beambten uit het tot uitvoer brengen van de rechterlijke vonnissen (uitvoerende macht).
Voor misbruik van de rechterlijke macht wordt direct en zwaar gewaarschuwd. Joodse rechters moesten onafhankelijk zijn. Zij mochten niet betaald worden voor hun werk en vonnissen. Alleen hierdoor al waren ze verzekerd van een hoge mate van onafhankelijkheid. Maar de Thora blijft streng (ibid. 19-20): “U mag het recht niet buigen. U mag niet partijdig zijn en geen geschenk aannemen, want een geschenk verblindt de ogen van wijzen en verdraait de woorden van rechtvaardigen. Gerechtigheid, gerechtigheid moet u najagen“.
De koning
In de oude wereld maakte de koning het meest misbruik van zijn macht. Hij kreeg een aparte plaats in het staatsbestel en was een deel van de uitvoerende macht. Hij had een defensieve taak om het volk tegen zijn vijanden te verdedigen en een interne taak om de burgers tegen elkaar te beschermen. Ook moest hij ‘law and order’, de openbare orde en de wet handhaven.
De koning mocht niet rechtspreken en werd verder zwaar aan banden gelegd om misbruik van positie te voorkomen (ibid. 17:16-20): “Maar hij mag voor zichzelf niet veel paarden aanschaffen…Ook mag hij voor zichzelf niet veel vrouwen nemen, anders zal zijn hart afwijken. Hij mag voor zichzelf ook niet al te veel zilver en goud nemen…als hij op de troon van zijn koninkrijk zit, dan moet hij voor zichzelf op een boekrol een afschrift van deze wet schrijven...Dat moet bij hem zijn en hij moet er alle dagen van zijn leven in lezen om zijn G‘d, te leren vrezen en om alle woorden van deze wet en deze verordeningen in acht te nehmen…opdat zijn hart zich niet verheft boven zijn broeders“.
Splijtzwam in Israëlische samenleving
Lang voor het Westen hieraan begon, had de Thora al de basis gelegd om machtsmisbruik, willekeur en onzuiver gebruik van staatsmacht stevig aan banden te leggen. Dit is echter nu het grote probleem in Israël. De geplande justitiële hervorming van het huidige kabinet wordt door een aantal burgers gezien als vorm van machtsmisbruik. Het leidt in ieder geval tot een enorme splitsing.
Deze regels zijn allemaal mooi en goed maar er moet onder de bevolking ook vertrouwen in de overheid en een mate van tolerantie en wederzijdse sympathie heersen. En dat ontbreekt er op dit moment. We hebben voor hetere vuren gestaan. Mijn vertrouwen in de veerkracht van het joodse volk overstemmen echter mijn angstige voorgevoelens.