Sluiten

Zoeken.

Artikelen

Activiteiten

Kennisbank

Podcasts

Projecten

Publicaties

Videos

Overig

Lijden om de Naam

Door Kees de Vreugd - 

17 april 2025

0401 - ZAKA F231102ALA66

Deze ZAKA-medewerker (de organisatie die slachtoffers van rampen identificeert) zit er helemaal doorheen na het zien van de verwoesting van kibboets Kfar Aza. | Foto: Flash90

De titel van dit artikel is ontleend aan Handelingen 9:16. Drie keer achter elkaar is er in de context van dit vers sprake van de Naam. Het is de geschiedenis van de bekering van Saulus/Paulus. Hij is aangekomen in Damascus en Ananias moet naar hem toegaan, maar hij wil niet, want hij heeft gehoord dat Saulus volmacht heeft “om allen gevangen te nemen die Uw Naam aanroepen”. God antwoordt: “Ga, want deze is voor Mij een uitverkoren instrument om Mijn Naam te brengen naar de heidenen en de koningen en de Israëlieten. Want Ik zal hem laten zien hoeveel hij moet lijden voor Mijn Naam.”

Over deze omschrijving van Paulus’ missie is veel meer te zeggen dan hier mogelijk is, daarom alleen een paar pennenstreken. Paulus zal de Naam van God hooghouden voor de volken. Dat is een roeping van heel Israël. De Naam van God is hoe Hij bekend is bij Israël en bij de volken. Zijn reputatie, zou je ook kunnen zeggen. Israël is geroepen om Gods Naam te heiligen door een leven volgens de Thora. Zo zal Israël getuigen dat de Heere werkelijk God is (vgl. Jesaja 43:12). Israëls leven is een appel aan de volken om Gods koningschap te erkennen.

Paulus geeft gestalte aan het getuigenis van Israël door de verkondiging van het evangelie aan Israël en de volken. Maar de boodschap van het Koninkrijk van de Messias roept tegenstand op. Paulus zal dan ook veel lijden vanwege de Naam. Daarover schrijft hij in 2 Korintiërs 11:24-26. Allerlei gevaren heeft hij doorstaan, niet alleen de gevaren van de weg, maar ook dreigementen van zijn eigen volksgenoten en van niet-Joden. Degene aan wie de Naam van God verbonden is, zal onvermijdelijk lijden in deze wereld, omdat de wereld deze Naam niet verdraagt. Dat ondervindt het Joodse volk voortdurend.

Heiliging

Het Jodendom kent het begrip kiddoesj haSjem, heiliging van de Naam. Het staat tegenover ontwijding van de Naam (chilloel haSjem). Het concept is gebaseerd op Leviticus 22:32: “U mag Mijn heilige Naam niet ontheiligen, opdat Ik in het midden van de Israëlieten geheiligd word.” In de context van Leviticus betekent het gehoorzaamheid aan de geboden en specifiek de juiste verrichting van de priesterdienst. Maar de heiliging van Gods Naam heeft ook betekenis naar buiten toe. Israël moet Gods Naam heiligen tegenover de volken. De zonde van Israël ontheiligt Gods Naam, werpt een smet op Gods reputatie onder de volken.

Mozes spreekt dat al uit na de zonde met het gouden kalf, als God Israël wil vernietigen: “Waarom zouden de Egyptenaren zeggen: Met kwade bedoelingen heeft Hij hen uitgeleid, om hen in de bergen te doden en hen van de aardbodem te vernietigen?” (Exodus 32:12). En later nog eens (Numeri 14:16): “Omdat de Heere dit volk niet in het land kon brengen dat Hij hun gezworen had, daarom heeft Hij hen in de woestijn afgeslacht.”

Uiteindelijk is ook de ballingschap van Israël een ontheiliging van Gods Naam en zal God Zijn Naam heiligen door Israël terug te brengen in het land van de belofte (Ezechiël 36).

Heiliging van de Naam impliceert dus lijden voor de Naam. Daarin is altijd heel Israël betrokken.

Martelaarschap

Heiliging en ontheiliging van Gods Naam krijgen later in de Joodse geschiedenis steeds meer de specifieke betekenis van martelaarschap. Dat is ontstaan in tijden dat Israël geconfronteerd werd met vijanden die het leven naar de Thora onmogelijk wilden maken. In het Jodendom geldt dat het gebod om een leven te redden (ook je eigen leven) alle andere geboden opschort. Als er op Sjabbat iemand in doodsnood is, moet je hem helpen. Maar er zijn drie uitzonderingen, die te maken hebben met die context van vijandschap én met de waardigheid van het leven. Als je gedwongen wordt tot afgoderij, of tot verboden seksuele relaties, of tot moord, en weigering je je leven kost, dan moet je toch weigeren. Dat is heiliging van de Naam. In feite is dat ook erkenning van de heiligheid en de integriteit van het leven dat God geeft. Zo zijn er in de Joodse geschiedenis veel voorbeelden van martelaarschap als heiliging van de Naam. Na de Sjoa (Holocaust) zijn alle slachtoffers van de Holocaust geschaard onder degenen die ‘omwille van de heiliging van Gods Naam zijn gestorven’. Een van de demonische aspecten van de genocide van de nazi’s was dat de Joden geen keus hadden. Door hen achteraf martelaren te noemen, wordt aan de slachtoffers hun waardigheid teruggegeven (Jonathan Sacks, Leviticus – boek van het heilige, blz. 292).

Heiliging van de Naam impliceert dus lijden voor de Naam. Daarin is altijd heel Israël betrokken.


kees-de-vreugd-web-150x150

De auteur

Kees de Vreugd

Kees de Vreugd is theoloog en werkt bij Christenen voor Israël waar hij onder meer hoofdredacteur is van het blad Israël en de Kerk.

Doneren
Abonneren
Agenda