Tijdens de laatste confrontatie tussen Israël en Gaza kregen Joodse leerlingen op middelbare scholen het zwaar te verduren. Drie moeders aan het woord: “Mijn dochter kwam thuis en zei: ‘Mam, ik wil niets meer met jodendom te maken hebben. Ik wil geen chanoekacadeautjes meer, geef die maar met kerst’.”
Onder druk gezet, uitgescholden, verstoten uit de groep: het overkwam de afgelopen weken diverse kinderen in vooral de Randstad. Het NIW laat drie moeders aan het woord over wat hun zonen en dochters meemaakten en vraagt naar hun zorgen over de toekomst.
In verband met de privacy en de gevoeligheid van het onderwerp zijn de namen van de moeders en kinderen gefingeerd.
Anna: ‘Mijn jongste wil katholiek worden’
‘Ik ben van huis uit een positief en optimistisch persoon, maar dat is de laatste jaren omgeslagen. Inmiddels ben ik meer van run or hide, vluchten of verschuilen. Ik ben moeder van drie tieners. Mijn oudste is heel populair en heeft bravoure, maar ook hij moest de afgelopen weken horen: “Waarom doet Israël dit?” Hij zegt gewoon dat hij er niets mee te maken heeft: “Kap even met zeiken,” antwoordt hij dan. De middelste is net van school veranderd en heeft daar niemand verteld dat hij Joods is. Als klasgenoten hem vragen waarom hij zo’n Joodse voornaam heeft, antwoordt hij dat het een Mormoonse, Bijbelse naam is.
De meeste zorgen maak ik mij om Chaya, de jongste van twaalf. Ze heeft een klas overgeslagen, is dus de jongste van de groep en daardoor kwetsbaar, maar nu krijgt ze ook nog de verschrikkelijkste dingen naar haar hoofd geslingerd: “Jouw moeder is een Israëlische, jouw familie vermoordt mensen en jouw moeder doet dat ook,” hebben ze tegen haar geroepen. Ik heb haar daarna twee dagen thuisgehouden, ze was zo verdrietig. Er zit nog een Joods meisje bij haar in de klas. Die begon haar nadat ze twee dagen thuis was geweest uit te schelden, zei dat ze niet echt Joods was. Waarop Chaya natuurlijk antwoordde dat ze dat wel was, en toen kwam de hele meute weer op haar af. Voorheen had ze nog enige interesse in het jodendom, nu wil ze nergens meer van weten: “Mama,” zei ze toen ze thuiskwam, “ik wil me bekeren tot het katholicisme. Ik wil voortaan geen cadeautjes meer met Chanoeka, maar met kerst.” Ik heb op haar ingepraat, dat Joods-zijn ook leuk kan zijn, maar kon haar niet overtuigen.
Onderwijzers deden mee
Let wel, dit is niet de eerste keer dat ze met antisemitisme in aanraking komt. Op haar lagere school deden onderwijzers er net zo hard aan mee. Jodendom heeft voor haar alleen maar een negatieve connotatie. Ik ben nu naar haar leraar gestapt en die heeft goed gehandeld: “Wat hier gebeurt, gebeurt hier, en wat daar gebeurt, gebeurt daar,” zei hij. “Politiek hoort niet thuis op school en niet in de klas. Als je daarover iets wilt bespreken, doe je dat thuis maar.”
Kijk, ik stam van mijn vaders kant af van Duitse Joden, de familie van mijn moeder is na pogroms naar Engelstalig gebied gevlucht. Zelf durf ik me in het openbaar niet meer als Joods te presenteren. Vaak gebruik ik onder onbekenden mijn oma’s neutrale voornaam en de niet-Joodse achternaam van mijn man. Soms denk ik erover dat officieel te maken. Mijn opa zou zich omdraaien in zijn graf. Maar ik heb de woorden van mijn oma goed in de oren geknoopt. Die zei kort voor ze stierf: “Ik vind de ontwikkelingen hier niet mooi en ik ben blij dat ik niet hoef te zien hoe Nederland kapotgaat.”
Ik vrees echt dat het de keuze wordt tussen vertrekken of assimileren. Zodra alle kinderen van de middelbare school af zijn, willen we hier weg. Naar een plek waar niemand weet dat we Joods zijn. Net als mijn Parijse vrienden. Van hen wonen er nog twee in de Franse hoofdstad. De rest is vertrokken. Ik hoop in Nederland op een wonder.
Het hele artikel is te lezen op de website van het Nieuw Israëlietisch Weekblad.