Nationaal Holocaust Museum ‘Deze geschiedenis mag niet vergeten worden’
Door ds. Oscar Lohuis -
15 mei 2024
Op zondag 10 maart jl. vond de opening plaats van het Nationaal Holocaust Museum in Amsterdam. Vijftien jaar lang is er aan dit museum gewerkt. Het aantal bezoekers sinds de opening is boven verwachting. Ik sprak met Annemiek Gringold, de hoofdconservator van het museum.
Wat is er zo bijzonder aan dit museum?
“Dat is ten eerste de locatie. Schuin tegenover ons is de Hollandsche Schouwburg, waar bijna alle Joden uit Amsterdam werden gevangengezet voordat ze gedeporteerd werden. In dít gebouw (het museumgebouw) zat ten tijde van de oorlog de Hervormde Kweekschool. De nazi's besloten Joodse kinderen uit de Hollandsche Schouwburg op te sluiten in de kindercrèche naast deze kweekschool. Vanuit de crèche en via de Kweekschool zijn meer dan zeshonderd kinderen gered van de dood en vanuit deze plek naar onderduikadressen gebracht.”
Wat zijn de uitgangspunten van het museum?
“Een van de uitgangspunten is dat er geen taboes zijn, dat niets onbesproken moet blijven. Op verschillende plekken is schokkend beeldmateriaal te zien. We adviseren dan ook om kinderen jonger dan 12 jaar niet mee te nemen naar het museum. Daarnaast vertellen we het verhaal op verschillende manieren. In het museum wordt veel in teksten gezegd, maar er zijn ook veel getuigenissen van mensen te beluisteren, er zijn honderden objecten tentoongesteld en er zijn veel foto’s en video’s te zien. De tentoonstelling gaat verder niet alleen over de ervaringen van Joden, maar ook over de daders en over de Nederlandse samenleving eromheen. Ook gaat het over de tijd van zowel voor, tijdens als na de oorlog. Wat getoond wordt, is dus op verschillende wijzen gelaagd qua perspectief.”
Wat zien we op de foto aan het begin van de tentoonstelling?
“We zien het Amsterdamse 7-jarige jongetje Sieg Maandag, lopend langs een hele rij (soms halfnaakte) lijken tijdens de bevrijding van Bergen Belsen. Door een Britse soldaat is hij in andere kleren gestoken. Deze foto stond in mei 1945 op de cover van het Amerikaanse magazine Life. Een oom van Sieg in Amerika zag deze foto, herkende Sieg en stuurde het artikel naar het adres van de vader van Sieg in Amsterdam, die de oorlog niet had overleefd. Maanden later kwam de moeder van Sieg terug naar dat adres, vond het artikel en op die manier is Sieg weer met zijn moeder herenigd. Sieg Maandag is diamantair, kunstenaar, zanger, vader en grootvader geworden. Hij is in 2013 overleden. Tegenover de foto hangt een zelfportret van hem. Daarmee willen we laten zien dat hij als mens veel meer is dan wat de nazi’s van hem hebben gemaakt. Dit geldt voor alle slachtoffers van de Holocaust. We willen hen als volwaardig persoon met een volwaardig leven laten zien.”
Hoe heeft u ervoor gezorgd dat vooral persoonlijke verhalen in beeld komen?
“Een voorbeeld daarvan is de ‘vergeet-me-niet-installaties’ die we op negentien plaatsen hebben ingericht. Eén daarvan laat het armbandje van het meisje Esther Mendes da Costa zien. Zij was enig kind en haar ouders besloten op 17 mei 1940 als gezin gezamenlijk uit het leven te stappen door cyaankali in te nemen. Zij stierf daardoor op zesjarige leeftijd, maar haar ouders overleefden het. Haar vader is in 1942 opgepakt en heeft kort daarna alsnog zelfmoord gepleegd. Haar moeder heeft de oorlog overleefd maar stapte veertig jaar later ook uit het leven. Wij hebben het armbandje van haar nichtje gekregen en vertellen daarbij over haar leven en familie. Aan de hand van persoonlijke voorwerpen vertellen we zo het veel subtielere verhaal van de mensen die dit is aangedaan. Tijdens de opening van het museum hebben zes mensen – die een object aan het museum hebben geschonken – aan de koning verteld hoe dat object hun geschiedenis vertelt.”
Waarom is dit museum er nu pas?
“Er zijn in Nederland al lange tijd veel musea of gedenkplekken in Nederland die iets over de Holocaust presenteren. Vijftien jaar geleden voelden wij de verantwoordelijkheid het hele verhaal te presenteren door vooral veel ruimte te geven aan de persoonlijke, menselijke verhalen. Als we toen niet het initiatief hadden genomen, zou het al snel te laat zijn, omdat steeds meer overlevenden ons ontvallen. Bij de opening waren overigens bijna zestig overlevenden van de Holocaust aanwezig.”
Waarom moet iedereen het museum bezoeken?
“Deze geschiedenis mag niet vergeten worden. En als je dit weet, begrijp je waarom we een rechtstaat zijn en hoe we het vrije land zijn geworden dat we nu zijn. Als mensen het museum hebben bezocht, hoop ik dat ze meer kennis hebben gekregen en willen verkrijgen, dat ze 4 mei bewuster meemaken, dat ze er meer met elkaar over praten en dat het blijft knagen. Aan het einde van de tentoonstelling worden mensen opgeroepen kritisch te blijven, vragen te durven stellen en niet onverschillig te zijn ten aanzien van ontwikkelingen in de samenleving. In de hal van de tevens geheel gerenoveerde Hollandsche Schouwburg aan de overkant staat op de muur een citaat van Primo Levi: ‘Het is gebeurd, dus het kan weer gebeuren. Dat is de kern van wat wij te zeggen hebben.’”
Meer informatie: https://jck.nl/locatie/nationaal-holocaustmuseum
In kader
Het Nationaal Holocaust Museum heeft een speciaal programma ontwikkeld voor scholieren van het middelbaar onderwijs. Aan de hand van objecten gaan zij in groepjes aan de slag met verschillende thema’s en vertellen elkaar daarna wat ze hebben geleerd. Dit lijkt een beetje op het Joodse ‘lernen’ en door middel van actieve betrokkenheid komt alles veel dieper binnen. Scholen en leraren kunnen hiervoor contact opnemen met Julia Sarbo, e-mail: service@jck.nl.