Over dromen, magere, en vette koeien
Door Rabbijn mr. drs. R. Evers -
29 december 2017
Farao droomde dat hij bij de Nijl stond. Hij zag zeven mooie koeien uit de Nijl komen. Daarna kwamen er zeven lelijke en magere koeien uit het water. Die aten de mooie koeien op. Farao kreeg een tweede droom. Zeven mooie, rijpe korenaren groeiden op uit één halm. Maar de zeven magere aren aten de zeven vette op.
Diepgaande actualiteit
De Thora (Bijbel) beschrijft alleen historische gebeurtenissen wanneer die ook actueel zijn voor de wijze waarop wij G’d vandaag de dag dienen. De Tora is geen geschiedenisboek, maar staat vol actualiteit, ook voor ons anno 2017/2018. We gaan nu eerst even de diepe symboliek van de dromen van Farao in. Daarna volgt een analyse van wat dromen in de Bijbel zoal betekenen.
Beide dromen duiden op onderbewuste verlangens, die al het goede in de mens kunnen verteren. De droom over de koeien duidt zo op seksuele neigingen. Para, koe betekent in het Hebreeuws ook ‘vruchtbaar zijn’. De droom over de korenaren slaat op onze passie voor alles wat met consumeren te maken heeft.
Het onderbewuste adviseert en waarschuwt ons ‘s nachts in de vorm van dromen voor onze levenswandel overdag.
De eerste overtreding in de menselijke geschiedenis was verboden consumptie: Adam en Eva aten van de boom van kennis van goed en kwaad. Deze overtreding heeft de dood in de wereld gebracht. Deze neiging tot grenzeloos consumeren lijkt niet zo kwalijk als de neiging seksuele grenzen te overschrijden.
Met name deze laatste kan zo ernstig zijn, dat al het goede, dat een mens zijn leven lang gepresteerd heeft, hierdoor meegesleurd wordt in de afgrond van het kwade. De ‘lelijkheid’ en verdorvenheid van dit laatste is dusdanig alles vernietigend dat het de hele persoonlijkheid doordrenkt en de mens in zijn totaliteit onacceptabel maakt. Helaas, dus met voorbijzien van al het goede dat deze mens zijn hele leven opgebouwd heeft. Gelijk de slechte koeien de mooie opaten en vernietigden.
Positieve eigenschappen
De zeven fraaie koeien duiden op onze zeven relaties tot het Opperwezen. We kunnen:
- G’d liefhebben
- Hem vrezen
- trots zijn op Hem (vele mensen schamen zich voor hun verheven, religieuze gevoelens)
- onze slechte driften proberen te beteugelen om G’d beter te dienen
- G’d dankbaar zijn
- ons aan Hem hechten
- G’d tot onze Koning en leidraad in ons leven kronen
Dit zijn de goede en positieve eigenschappen.
Al het goede dat G’d geschapen heeft, heeft ook zijn keerzijde. Tegenhangers van het goede zijn onze onheilige neigingen die aan onze goede gevoelens afbreuk doen en die al het goede en mooie willen vernietigen. Naast de levenswil bestaat de thanatos, de doodsneiging. Naast veel constructiefs hebben we helaas ook veel destructieve neigingen. De actualiteit van de dromen van Farao bestaat nu juist hierin. We moeten doorlopend alert zijn om het goede in ons leven te bewaren en het niet te laten overwoekeren door het kwade.
Maar zijn dromen geen bedrog?
De dromen van Jozef en Farao staan centraal in Genesis 37 en 41. Kennen wij waarde toe aan dromen? In het oude Jeruzalem waren er vierentwintig droomuitleggers. De oude Joodse traditie geeft in details de uitleg van verschillende dromen aan. De droom in de Thora was het medium voor profetie. Tegenwoordig dromen vele mensen ook nog over zaken, die later realiteit worden. Toch is de inhoud van onze meeste dromen alledaags.
Maak onderscheid tussen ‘openbarende’ en gewone dromen. Meestal dromen wij over dagresten: voorvallen uit het dagelijks leven. Deze worden herhaald, verwerkt en opgelost. Wat de mens gedurende waaktoestand intensief bezighoudt, keert terug in zijn droom. Zo vroeg een Romeinse Keizer eens aan Rabbi Jehosjoe’a wat hij die nacht zou dromen. De Rabbi antwoordde dat de Romein zou dromen dat hij door de vijandige Perzen gevangen genomen werd en dat hij ongedierte met een gouden staf zou moeten weiden. De Keizer dacht continu na over dit vreemde verhaal en droomde inderdaad wat Rabbi Jehosjoe’a voorspeld had.
Tegenwoordig denken velen dat dromen bedrog zijn. In het Joodse denken bevat een droom vaak belangrijke boodschappen. Via de droom hebben wij inkijk in een andere wereld, die normaal niet toegankelijk is. Dat kan een hogere sfeer zijn. Dan is de droominhoud profetisch van aard. Soms legt een droom ons onderbewustzijn bloot. Zo krijgen we inzicht in onbewuste drijfveren.
Deze kunnen immoreel zijn. Dan zijn het driftmatige impulsen, die bij de dromer in waaktoestand door zijn moraal geen kans hebben. Maar het onderbewustzijn hoeft niet zo slecht te zijn. Ook edele motieven kunnen uit het onderbewustzijn oprijzen. Soms fungeert het onderbewuste als wijze raadgever. Het onderbewuste bevat de neerslag van alle ervaringen ook bovennatuurlijke die de mens met zich meedraagt. Het is een onuitputtelijk arsenaal van kennis omtrent de diepste relatie tussen G’d, mens en de kosmos.
Dit rijke onderbewuste adviseert en waarschuwt ons ‘s nachts in de vorm van dromen voor onze levenswandel overdag. Door berichten vanuit het onbewuste bewust te maken, zorgen zij voor stabiliteit en gezondheid van de geest. De droom heeft een bijsturende functie en werkt mee aan de individuele ontplooiing. De droomslaap kan ook emotioneel geladen conflicten tot een bevredigende oplossing brengen.
Sommigen bezien dromen binnen het kader van beloning en straf. Een slecht mens ziet goede dromen om hem te belonen voor zijn weinige goede daden. Een goed mens ziet slechte dromen om hem aan te zetten tot inkeer over het weinige slechts, dat hij in zijn wakende leven doet.
Een goed mens droomt over daden en gevoelens, die hij in wakende toestand verdringt maar waarmee hij gedurende zijn dromen geconfronteerd wordt. De bedoeling hiervan is, dat de mens verdrongen eigenschappen onder ogen ziet, bewust wordt en verbetert.