Sluiten

Zoeken.

Artikelen

Activiteiten

Kennisbank

Podcasts

Projecten

Publicaties

Videos

Overig

‘Sjalom’ en kaartjes voor Joodse gemeenschap

Door Marijke Terlouw - 

31 juli 2024

2021 CVI website (1)

Opperrabbijn Jacobs. | Foto: CvI

Het zijn drukke tijden voor opperrabbijn Jacobs. Druk is een functie als opperrabbijn sowieso al, maar sinds 7 oktober is daar nog een schepje bovenop gekomen. De spanning, bezorgdheid en onzekerheden in de samenleving zijn toegenomen. Vanuit de Joodse gemeenschap klinkt dat zij met een groeiend openlijk antisemitisme te maken heeft. Tussen alle drukke bezigheden door vindt opperrabbijn Jacobs toch een moment tijd om met ons van gedachten te wisselen over hoe het gaat met de Joodse gemeenschap in Nederland.

In een tijd waarin het antisemitisme weer zo springlevend is, lijken steeds meer mensen bij de opperrabbijn aan te kloppen voor advies, op zoek naar hun Joodse wortels. ‘De moeder van mijn moeder was ook Joods hebben we begrepen, maar dat werd geheimgehouden’. Jacobs: “Oma verzweeg het, omdat die niet wilde dat haar kinderen in Auschwitz zouden belanden. Mensen hebben op de een of andere manier toch gehoord dat hun voorouders Joods waren en willen er nu zelf actief mee aan de slag. Ze willen een bewijs of verklaring dat ze Joods zijn. Als ze dan naar Israël vertrekken, kunnen ze aanspraak maken op de Wet op de terugkeer. Door 7 oktober hebben veel mensen de ‘terugweg’ gevonden. Dat is mooi.”

Is het antisemitisme nu erger dan voor 7 oktober?

“Ik denk niet dat er nu meer antisemitisme is dan vóór 7 oktober. Het lijkt alleen nu weer salonfähig te zijn. Het is normaal en trendy om anti-Joods en anti-Israël te zijn, én om antisemiet te zijn. Binnen de Joodse gemeenschap is er bezorgdheid over deze trend. Zelf ben ik niet bang, al ben ik uiteraard wel alert. Ik moet oppassen en steeds om mij heen kijken als ik ergens buiten loop. En dat geldt voor bijna iedereen die herkenbaar Joods is. Daar lijden mensen onder. Er staan ook mensen op het punt van vertrekken. Naar Israël vertrekken, is natuurlijk altijd een eigen keus, maar daartoe gedwongen door antisemitisme is geen eigen keus meer.”

Waar gaat het mis?

“Er is een enorm gebrek aan kennis. Het is goed dat er in het Israëlcentrum een tentoonstelling is waar mensen iets van kunnen opsteken. Maar de mensen die de kennis nodig hebben, komen daar helaas niet. Degenen die wel komen, verdiepen hun kennis en kunnen dat weer delen met anderen. Dat is positief. Met elkaar in gesprek gaan, de dialoog aangaan, is goed, maar ik zit altijd met de verkeerde mensen aan tafel. De mensen met wie ik zou moeten spreken, komen niet aan tafel, die willen me niet spreken.”

Is de vergelijking met de jaren dertig een terechte vergelijking?

“Het is zowel wel als niet terecht. In de jaren 1940-1945 was de overheid antisemitisch. Dat is nu niet het geval. Ik vind dat de huidige overheid voor ons opkomt en duidelijk uitspreekt dat men de Joden in Nederland niet mag aanspreken op wat er in Israël gebeurt. Maar het blijft vaak bij woorden. Als je een filmpje ziet waarin de meest afschuwelijke dingen over Joden worden gezegd, vind ik dat je de confrontatie moet aangaan. Ga naar die mensen toe en geef duidelijk aan dat dát toch echt niet kan. Maar dat gebeurt te weinig.”

Ervaart u ook positieve ontwikkelingen?

“Ik word op straat regelmatig nagescholden en nagetoeterd. Maar het aantal mensen dat ik op straat tegenkom die ‘sjalom’ of ‘Sjabbat sjalom’ zeggen, is nog nooit zo groot geweest.”

Wat doen die reacties met u en met de Joodse gemeenschap?

“De brieven en kaarten vol bemoedigende woorden, die zowel ik als de Joodse gemeenten, voorgangers en synagogen ontvangen, doen ons goed. Net als de bloemen die we krijgen. Ook hoef ik al wekenlang geen sinaasappels meer te kopen, want die worden bij mijn voordeur afgeleverd. Dat is allemaal heel bemoedigend, zeker omdat er ook momenten zijn dat je wordt uitgescholden. Ik noem het positieve polarisatie!”

Waarmee kunnen mensen de Joodse gemeenschap nog meer ondersteunen?

“Ik zal een voorbeeld geven. Tijdens Chanoeka is het in Nederland inmiddels gebruikelijk om op een aantal locaties in de openlucht een grote menora aan te steken. De afgelopen keer (december) waren sommige lokale Joodse gemeenschappen echter bang en wilde men een en ander stilhouden, er geen ruchtbaarheid aan geven. Ik vind dat onjuist. Omdat de Joodse gemeenschap op heel veel plaatsen niet groot meer is, hebben we toen via Christenen voor Israël een oproep gedaan om bij het aansteken van de menora aanwezig te zijn. Dat leidde tot een grote toeloop van mensen. En laat ik eerlijk zijn: de hoogwaardigheidsbekleder die meestal bij het event aanwezig is, zoals een burgemeester of commissaris van de koning, die weet natuurlijk niet precies wie wie is in het publiek. Die ziet een grote groep mensen, en dat is een belangrijk signaal. Dit soort steun van christenen doet ons enorm goed.”

Dit artikel komt uit de bijlage 'Antisemitisme' van de krant Israël Aktueel. U kunt zich gratis abonneren op onze krant of de bijlage afzonderlijk downloaden via de onderstaande knop.

0

De auteur

Marijke Terlouw

Doneren
Abonneren
Agenda