Strijden met Israël: vertrouwen, berusting en actie
Door Daan Damsteeg -
18 juni 2024
‘Wie vrede wil, bereidt zich voor op oorlog.’ Deze oude militaire wijsheid blijft relevant, niet alleen in fysieke conflicten maar ook in de geestelijke arena waar Israël zich bevindt. De geestelijke strijd die rond Israël wordt gevoerd, heeft een diepe historische en profetische context die in de moderne wereld vaak over het hoofd wordt gezien.
Dit is een artikel uit het magazine Profetisch Perspectief. In dit artikel gaan we dieper in op de essentie van deze strijd, hoe gelovigen ermee kunnen omgaan en waarom vertrouwen, berusting en actie essentiële pijlers zijn in de strijd voor Israël.
Schreeuwen in de stilte
Ik zal maar meteen ter zake komen. Ik ben rusteloos. Israël wordt al maandenlang zwartgemaakt in de media, bij de Verenigde Naties, op onze universiteiten, in rechtbanken en zelfs in onze kerken. Ik vind dat onterecht. De beschuldigingen zijn ongegrond.
“Talloze pogingen heeft de duivel ondernomen om Israël uit te roeien en zo de komst van de Messias te voorkomen.”
De berichtgeving is niet correct. We worden overspoeld door anti-Israëlische geluiden en veel mensen slikken het voor zoete koek. Israël wordt onrechtvaardig behandeld door de wereld. En al maandenlang roep ik ertegen en predik ik ertegen, maar weinig mensen willen luisteren. Israël wordt verguisd, niet gezegend. Israël raakt steeds meer geïsoleerd.
Totdat ze niemand meer hebben, zelfs grote delen van de kerk niet. En ik ben het beu. Misschien is dit ook een herkenbaar gevoel voor u als lezer. Dat liefde voor Israël weerstand, onbegrip of zelfs afwijzing ontmoet. Maar misschien is dat onze roeping? Om roependen in de woestijn te zijn, waar onze stem lijkt te sterven in de stilte om ons heen. Niemand die luistert.
De eeuwige strijd om Israël: van Genesis tot vandaag
Misschien is dat ook wel wat naïef van ons. Wat hadden we dan ook verwacht? Het is geen nieuwe situatie waar we mee te maken hebben. De wortels van de geestelijke strijd rond Israël reiken terug tot de vroegste Bijbelse tijden. In oude tijden, lang voor de moderne geopolitiek, beloofde God al een Messias die uit Israël geboren zou worden. Een Messias die de kop van de slang zou vermorzelen, de duisternis zou verdrijven en de heerschappij van het kwaad zou verbreken.
Dit alles begon met een directe oorlogsverklaring in Genesis 3:15, waar God de vijandschap tussen de duivel en het nageslacht van Eva aankondigde. ‘En Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw, en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht; Dat zal u de kop vermorzelen, en u zult Het de hiel vermorzelen’ (Gen. 3:15). De geschiedenis van Israël is doordrenkt van deze geestelijke strijd; deze aankondiging heeft een lange geschiedenis van lijden onder het Joodse volk veroorzaakt.
Talloze pogingen heeft de duivel ondernomen om Israël uit te roeien en zo de komst van de Messias te voorkomen. Een streven om de vermorzeling van zijn kop te voorkomen. Van de farao tot Haman, van de Amalekieten tot Herodes de Grote. Deze strijd gaat tot op de dag van vandaag door. Israël staat nog steeds in het middelpunt van internationale conflicten en Joden worden wereldwijd geconfronteerd met voortdurende haat en vijandigheid. De geestelijke strijd rondom Israël blijft een realiteit, een herinnering aan de eeuwige strijd tussen goed en kwaad.
“In Genesis is het nageslacht van Eva de ‘good guy’, en de slang de ‘bad guy’. Nu lijkt het omgekeerde waar te zijn.”
Een andere tactiek
Op 7 oktober 2023 vuurde Hamas duizenden raketten af op Israël en vielen honderden terroristen Israël binnen. Meer dan 1300 onschuldige burgers werden meedogenloos gedood. De wereld reageerde geschokt, maar die schok ebde snel weg. Israël werd als de schuldige aangewezen, als het kwaad. Hier gebeurt iets interessants. In Genesis wordt het nageslacht van Eva gezien als de ‘good guy’, terwijl de slang de ‘bad guy’ is. Tegenwoordig lijkt het omgedraaide waar te zijn.
In deze tijd lijkt de duivel te denken: lukt het niet via geweld? Dan maar via vrede. Het kwaad zet een masker op. Het roept bij mij vergelijkingen op met teksten over de antichristus. Deze figuur zal niet als een ‘Hitler’ op het wereldtoneel verschijnen, maar als een vredevorst die enorme macht zal vergaren onder de mensheid (Dan. 8:25, 1 Thes. 5:3). Vrede in naam van de mensheid, waarbij Israël in de weg staat. Misschien zien we daar al tekenen van bij veroordelingen door de Verenigde Naties of uitspraken van het Vredespaleis in Den Haag…
Israël vormt een obstakel voor deze satanische vrede, omdat de komst van de Messias gekoppeld is aan de terugkeer van Israël in het beloofde land. Om dit obstakel uit de weg te ruimen gebruikt de duivel de tactiek van beschuldigen en aanklagen. Het Griekse woord kategoros in Openbaring 12:10 wordt vertaald als ‘aanklager’. Van datzelfde Griekse woord leiden wij het woord ‘categorie’ af. Het categoriseren van groepen zorgt voor pesterijen, racisme en vervolging.
Het categoriseren van het Joodse volk zorgt voor extreme Jodenhaat, antisemitisme. Het lag aan de basis van de uitsluiting van het Joodse volk tijdens de Tweede Wereldoorlog. En vandaag gebeurt het opnieuw: Israël wordt geïsoleerd en Joden worden wereldwijd apart gezet. Ter voorbereiding op hun vernietiging om de schijnvrede van de antichristus niet te hinderen. Schijnvrede, want vrede wordt niet bereikt op de manier van de duivel. Ze vereist dat de duivel verslagen wordt. Ze vereist dat zijn kop vermorzeld wordt.
God heeft hiervoor een plan, en dat plan is verbonden met Israël. Het herstel van de wereld begint met het herstel van Israël. Jezus brengt de Joden terug naar huis en herstelt het land, wat de weg vrijmaakt voor wereldwijd herstel. Vanuit dit oogpunt werken charitatieve instellingen die Israël bestrijden wereldwijde vrede feitelijk tegen. Ironisch. Uiteindelijk zal vrede voortkomen uit het herstel van Israël. Deze vrede zal uitgaan vanuit Jeruzalem, met Jezus op de troon van koning David. Dit is een diepgaande geestelijke strijd, waarbij het kwaad Gods plan probeert te verhinderen.
Spagaat
Maar dan heeft het kwaad buiten God en zijn strijders gerekend. Strijders. U en ik. Wachters op de muren van Jeruzalem, die God voortdurend herinneren aan zijn beloften voor Jeruzalem (Jes. 62:6,7). Wij die in de naam van Jezus de strijd aangaan met het kwaad. Wij die Jezus Christus belijden als overwinnaar op het kwaad. Wij die belijden, in de storm die op Israël afkomt, dat Israël Gods oogappel is. Dat God van zijn volk houdt. Tot in eeuwigheid.
‘Sinds u kostbaar bent in Mijn ogen, bent u verheerlijkt en heb Ík u liefgehad. Daarom heb Ik mensen gegeven in uw plaats en volken in plaats van uw ziel’ (Jes. 43:4). Als wachters op Jeruzalems muren ervaren we een diepe roeping. En die roeping kent een mengeling van schoonheid en uitdaging. Uitdaging, omdat die wachter vaak een roepende in de woestijn is. Ook lijkt het strijden tevergeefs, want Israël raakt geïsoleerd. En als ik de Bijbel lees krijg ik de neiging om te denken dat het alleen nog maar erger wordt. Wat is dan het doel van onze inspanningen?
Ik begrijp dit gevoel niet helemaal en misschien herkent u dat tijdens het lezen ook. Het gevoel dat ik aan de ene kant weet dat God zal overwinnen en Israël met Hem zal zegevieren. Maar aan de andere kant het niet kan verdragen dat Israël alleen lijdt. Het voelt alsof mijn geliefde gewond is, mijn zielsverwant geraakt wordt. In mijn diepste zielenroerselen wil ik dat tegenhouden. Een spagaat van schoonheid en uitdaging. Een overwinning waarbij ik moet accepteren dat die via een heel pijnlijke weg voor het Joodse volk behaald gaat worden.
Deze tegenstrijdigheid heeft me de afgelopen maanden rusteloos gemaakt. Ik voelde de drang om op elk bericht over Israël te reageren en om erover te spreken bij elke gelegenheid. Ik was gedreven door de hoop op verandering. Maar die verandering bleef uit. De haat tegen Israël groeide alleen maar. Na maanden van reacties, strijd, gebeden en preken werd ik moe en onrustig. Totdat er deze week iets gebeurde wat me diep raakte. En dat persoonlijke moment wil ik graag met u delen.
Ik zat op mijn zolderkamer, de plek waar ik mijn gedachten op papier zet. Ik schreef over mijn spagaat, de onrust en het gevoel van machteloosheid. Terwijl ik schreef, rees de vraag in mijn hoofd: ‘Vertrouw ik wel op God?’ Het was een confronterende vraag. Vertrouw ik wel genoeg op God? Geloof ik wel echt dat het kwaad ooit ophoudt, dat Israël ooit rust kent en dat dit de juiste weg is om te gaan? Deze vraag greep me bij de keel. Ze zette mij op mijn plek.
Daar, op mijn zolderkamer, keek ik vervolgens naar rechts. Daar stond een tekst uit Jesaja 41 vers 10: ‘Wees niet bevreesd, want Ik ben met u, wees niet verschrikt, want Ik ben uw God. Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met Mijn rechterhand, die gerechtigheid werkt.’ Op dat cruciale moment ervoer ik berusting. Berusting in het feit dat God de controle heeft. Ook al wordt het niet makkelijk voor Israël en snijdt dat door mijn ziel.
Het was een moment dat me diep raakte. De spagaat verdween. Het voelde alsof Jezus persoonlijk ingreep, zijn hand uitstak en mij in zijn kracht rechtop liet staan. Het was een ervaring die me de moed gaf om verder te strijden. Het inzicht drong tot me door dat onze strijd voor Israël begint en eindigt met ons vertrouwen op God. Een inzicht dat Jezus ons zo krachtig heeft voorgeleefd. Hij gaf zich volledig over aan de wil van zijn Vader. Het is een voorbeeld van vertrouwen dat we kunnen navolgen: niet onze eigen wil, maar Gods wil geschiede. Israël staan nog een hoop heftige dingen te wachten, helaas. In mijn beperkte inzicht had ik het graag anders gezien, maar in navolging van Jezus wil ik vertrouwen.
Actie
En navolgers van Jezus zijn hard nodig in een kerk die verdeeld is als het gaat om Gods plan voor vrede en zijn liefde voor Israël. Ik doe een suggestie om dat praktisch te maken met het voorbeeld van legermieren. Die zijn een interessant fenomeen in de natuur.
“Het voelt alsof mijn geliefde gewond is, mijn zielsverwant geraakt wordt. In mijn diepste zielenroerselen wil ik dat tegenhouden.”
Deze mieren leven op onherbergzaam terrein. Wanneer ze een kloof tegenkomen, gebeurt er iets opmerkelijks wat ons een belangrijke les leert. Eén mier waagt de sprong en hangt als eerste over de kloofrand. Ondertussen laat hij een feromonenspoor achter op de grond, waardoor andere mieren hem volgen. Eén voor één haken ze aan elkaar en ontstaat er een brug over de kloof. Deze ‘spoorvolgers’ versterken het spoor verder, waardoor meer mieren zich aansluiten totdat alle mieren veilig aan de overkant zijn.
“Grote delen van Europa zijn in de greep van het kwaad en de afschuwelijke machinerie van satan gevallen.”
Een voorbeeld hoe wij kunnen strijden voor Israël. Het nodigt ons uit om na te denken over hoe wij de kloof in de kerk kunnen overbruggen. Net zoals deze mieren een pad achterlaten voor anderen om te volgen, is het mogelijk dat wij door onze persoonlijke omgang met de Bijbel een spoor achterlaten dat anderen kunnen volgen – een pad dat leidt naar Jezus. Wanneer we een diepe verbondenheid met Hem hebben, straalt dat door in onze omgeving, hoe verdeeld die ook mag zijn. Langzaam maar zeker zullen meer mensen dit spoor volgen.
Dat spoor zal steeds meer versterkt worden als er iedere keer weer iemand besluit om Jezus lief te hebben en in het verlengde daarvan Israël lief te hebben. Net zoals de legermieren een brug vormen over de kloof, kunnen wij, door onze relatie met Jezus, een brug creëren in een verdeelde kerk. Onze persoonlijke relatie met God is de krachtbron waarmee we kunnen strijden voor Israël en de toekomstige vrede die we daarbij koesteren. Hoewel de wereld Israël lijkt los te laten, zullen wij, als een vastberaden minderheid, trouw blijven aan Israël en aan de God van Israël. We blijven in het spoor van Jezus lopen, zelfs als we ons soms voelen als een roepende in de woestijn. God heeft de controle en dat maakt ons geen wachter in een spagaat, maar een wachter die rechtopstaand de strijd aangaat.
We shall fight…
In de donkerste dagen van de geschiedenis van Europa, op 4 juni 1940, weerklonken woorden van Winston Churchill die de hoop en strijdbaarheid van een hele natie belichaamden. In het licht van dit artikel wil ik zijn woorden, enigszins aangepast aan de geestelijke strijd om Israël, laten klinken. Ook al zijn grote delen van Europa en vele oude en beroemde staten in de greep van het kwaad en de afschuwelijke machinerie van satan gevallen, of kunnen daarin belanden, we zullen niet opgeven.
We zullen doorgaan tot het einde. We zullen vechten in ons land, we zullen vechten op universiteiten en verenigingen, we zullen vechten met groeiend vertrouwen en groeiende kracht in onze dorpen en steden, we zullen Israël verdedigen, wat de kosten ook mogen zijn. We zullen vechten in de kerk, we zullen vechten op ons werk, we zullen vechten op onze school en op sociale media, we zullen vechten waar we maar kunnen; we zullen ons nooit overgeven, en als – en dat geloof ik geen moment – dit land of een groot deel ervan onderworpen zou zijn aan het kwaad, dan zullen christenen voorbij de zeeën, overal ter wereld, bewapend en beschermd door Christus, de strijd voortzetten, totdat, wanneer het God uitkomt, Israël gered en bevrijd wordt en de Nieuwe Wereld zich met al zijn macht zal aandienen.
Dit was een artikel uit het magazine Profetisch Perspectief. Profetisch Perspectief is een kwartaalmagazine voor iedereen die verder wil kijken. Abonnee worden? Klik hier.