Tali Dee: “Tot nu toe heb ik nooit geweten wat verlies was”
Door Joanne Nihom -
1 mei 2023
Tali Dee (19) is een van de dochters van rabbijn Leo en Lea Dee. Ze verloor haar moeder (48) en twee zusjes, Maia (20) en Rina (16), door een terroristische aanslag op 7 april jongstleden, tijdens de dagen van Pesach.
Ze schreef deze tekst na Jom Hazikaron, de dag dat de omgekomen soldaten en slachtoffers van terreur in Israël worden herdacht. Als, 24 uur later, de eerste ster aan de hemel verschijnt, is Jom Hazikaron voorbij. Met vuurwerk door het hele land begint dan Jom Ha’atsmaoet, de viering van de geboorte van de Staat Israël.
‘Ik herinner me de sirenes tijdens de jaarlijkse Jom Hazikaron herdenkingen. Mijn ogen deed ik dan dicht, en bij emotionele passages of een droevig lied kreeg ik altijd tranen in mijn ogen.
Ik ben altijd diep verbonden geweest met de ceremonies van Jom Hazikaron. Dat dacht ik tenminste. Dat dit is hoe je je voelt, als je verbinding maakt.
Maar ik had nooit gedacht dat het mijn familie zou zijn voor wie de ceremonie was geschreven. Ik zie hun foto's, in het nieuws, om me heen, in de diashow tijdens de herdenking. En het is moeilijk te bevatten dat zij het zijn. Dat ik het ben.
De afgelopen dagen voelde ik me een beetje oké. We gingen uit eten – papa, Keren, Yehuda en ik. Het was heerlijk eten. Ook mag ik van papa de auto lenen wanneer ik maar wil. Maar dan realiseer ik me ineens dat het nooit meer goed zal komen. Er zit een zwart gat in me. En het zal er altijd blijven.
Zelfs als de dingen goed voor me zijn, zijn ze niet echt goed. Over vijf jaar of nog eens tien jaar –op mijn bruiloft – het gat zal er altijd zijn.
Ons huis voelt leeg. Alles schreeuwt hun afwezigheid. Iemand heeft een salade in de koelkast gezet. Mama zou dat nooit zomaar laten gebeuren. Ik ging de auto tanken. Dat was ingewikkeld en ik kon mama niet bellen om het aan me uit te leggen. Ik vroeg hulp aan iemand die ik niet kende.
Ik realiseer me dat het nooit meer goed zal komen. Het gat zal er altijd zijn.
Ik vind briefjes van Rina. Ik zie de doos met aantekeningen die ik voor mama heb bewaard. Haar trouwring aan mijn hand. In Maia’s kast liggen al haar kleren netjes geordend te wachten.
Onlangs kreeg ik een opname toegestuurd van mama die Modeh Ani zingt, het ochtendgebed bij het wakker worden. "Ik dank U, levende en blijvende Koning, want U hebt mijn ziel in mij teruggegeven", maar Hij gaf haar ziel niet terug. Dit is alles wat ik nog heb. Deze opname. Hoe is het mogelijk te begrijpen dat dit alles is wat ik nog heb? Ik heb geen Rina meer om mee te praten, of Maia om me te begeleiden, of mama om me 's morgens wakker te maken. Om Modeh Ani voor me te zingen.
Ik ben altijd diep verbonden geweest met de ceremonies van Jom Hazikaron. Dat dacht ik tenminste. Dat dit is hoe je je voelt, als je verbinding maakt.
Niemand kan de pijn echt voelen. Het is onmogelijk om te begrijpen wat het is om een dierbare te verliezen zonder het werkelijk zelf te ervaren. Ik heb nog nooit zo'n leegte als deze gehad. Ik heb nooit geweten wat verlies was.
Ik dacht dat ik het begreep, maar ik begreep het niet. En zelfs nu begrijp ik het niet – ik kan het niet accepteren dat dit echt mijn realiteit is. Van een gezin van zeven werden we een gezin van vier. Het is onmogelijk om dat te verteren. En het is zo eng om zo verdrietig te zijn.
Het is onmogelijk om te begrijpen wat het is om een dierbare te verliezen zonder het werkelijk zelf te ervaren.
Ik wil vooruit springen, op de vooruitknop van mijn leven drukken, zodat dit alles achter me zal liggen. Ik wacht op de dag dat ik aan Rina, aan Maia en aan mama kan denken, en ik weer kan ademen. En niet huilen. Maar kan dat? Ik weet dat deze pijn niet zal verdwijnen. Dat het er voor mij niet makkelijker op wordt.
Ik ben altijd diep verbonden geweest met de ceremonies van Jom Hazikaron. Dat dacht ik tenminste. Dat dit is hoe je je voelt, als je verbinding maakt.
Ik wist dat de overgang van Jom Hazikaron naar Jom Ha’atsmaoet moeilijk was, wel heel krachtig. En nu begrijp ik niet hoe het kan dat Jom Ha’atsmaoet is aangebroken. Ik heb niet de kracht om het te vieren. Hoe maak je deze overgang van verdriet naar vreugde?
Rina was zo enthousiast over Jom Ha’atsmaoet. Ze was verantwoordelijk voor de vlaggenmars met de meisjes uit haar jeugdgroep. Ze vertelde ons hoe ze oefenden, haar zorgen en haar enthousiasme. Maar morgen ga ik naar de ceremonie op school, en er is geen vlaggenmars.
Soms raakt het me wat er met ons is gebeurd, en dan kan ik niet functioneren. En op andere momenten ben ik er ver van verwijderd, dat ik niet kan geloven dat dit echt mijn leven is. Er is geen troost voor te bedenken. Dit gat kan niet worden gerepareerd.
Het is ook moeilijk te geloven in de opstanding van de doden.
Iedereen gaat door. De zon blijft schijnen en mensen posten over normale dingen. Maar ik blijf achter. Ik wil geen foto's die laten zien dat ik opgroei, maar Maia en Rina niet. Over drie jaar ben ik ouder dan Maia. Hoe is dit mogelijk?
Zelfs mensen die verlies hebben meegemaakt, hebben dit drievoudige verlies niet in één keer gevoeld. Ik ben bang voor het verlies. Bang voor het verlangen. Bang voor het verdriet. Bang om te bevallen zonder mijn moeder.
Ik ben altijd diep verbonden geweest met de ceremonies van Jom Hazikaron. Dat dacht ik tenminste. Dat dit is hoe je je voelt, als je verbinding maakt.