Sluiten

Zoeken.

Artikelen

Activiteiten

Kennisbank

Podcasts

Projecten

Publicaties

Videos

Overig

Wat betekenen de vier takken uit de plantenbundel bij het Loofhuttenfeest?

Door Petra van der Zande - 

20 september 2021

Soekot de vier soorten

“Op de eerste dag moet u voor uzelf vruchten van sierlijke bomen, takken van palmbomen, takken van loofbomen en van beekwilgen nemen, en u moet zich zeven dagen lang voor het aangezicht van de HEERE, uw God, verblijden.” Leviticus 23:40

Tijdens Soekot zie je veel mensen met langwerpige plastic tassen lopen waarin hun kostbare arba'a miniem zitten. Iedere Joodse groepering hanteert zijn eigen regels hoe men de allerbeste van de Vier Soorten uitkiest. Deze bestaan uit: een loelav - een lange palmtak; hadassiem - drie mirtetakken; aravot - twee beekwilgtakjes en een etrog – een grote en geurige citrusvrucht. De gebundelde takken worden tijdens zogenaamde na’anoejim ceremonie gebruikt, die uit de Tweede Tempelperiode dateert.

In de synagogedienst wordt deze bundel, tijdens het lezen van de Hallel (psalmen 113 tot en met 118), op de volgende manier gezwaaid (gesjokkeld): van het oosten naar het zuiden, naar het westen en het noorden, naar boven (hemel) en naar beneden (aarde). Hiermee valideert men Gods heerschappij over de gehele schepping. Sefardische, Asjkenazische en Chassidische Joden hebben weer hun eigen manier van sjokkelen.

Tijdens de 'hakafot' (omgangen) en het zingen van 'Hosjia Na' (Help toch), houden de mannen hun loelav rechtop en lopen om de bima waar een of meerdere mensen met een Torarol staan. Deze processie vindt iedere Soekot dag plaats, maar op de laatste - de zevende - dag, Hosjana rabba, doet men dit zeven keer.

Omdat de Vier Soorten veel water nodig hebben om te groeien, is dit ritueel ook symbolisch voor het gebed om overvloedige regenval in het komende jaar.

Door de vier soorten te bundelen, vult de één aan wat de ander mist.

Volgens de Midrasj symboliseren de aaneengebonden arba'a miniem het verlangen de vier Joodse types te verenigen en zich met hart en ziel ten dienste van God te stellen.

  • De loelav: zij die zich hoofdzakelijk beperken tot Torastudie.
  • De hadas: Joden die de Tora niet bestuderen maar wel toepassen.
  • De arava: Joden die noch de Tora bestuderen noch deze toepassen
  • De etrog: Joden die de Tora bestuderen en toepassen

Door bovenstaande soorten te bundelen, vult de één aan wat de ander mist.

Veel religieuze Joden eten hun etrog tijdens Toe Bisjvat en bewaren de Vier Soorten tot aan Pesach, om deze dan tezamen met de chameets te verbranden.

In AD 69, tijdens het vierde jaar van de grote Joodse opstand tegen Rome, sloegen de rebellen een nieuwe munt met de afbeelding van de Vier Soorten. Dit prominente motief verscheen in verschillende variaties, zoals een etrog tussen twee gebonden loelaviem eneen loelav tussen twee etrogim. Zo’n zeventig jaar later werden tijdens de Bar Kochba rebellie opnieuw munten geslagen met afbeeldingen van de Vier Soorten.

“Verblijd u altijd in de Heere; ik zeg het opnieuw: Verblijd u.” Filippenzen 4:4

Petra-van-der-Zande_avatar-90x90

De auteur

Petra van der Zande

Petra van der Zande woont sinds 1989 in Jeruzalem. Samen met haar man zorgde zij 21 jaar lang voor vier meervoudig gehandicapte Israëlische pleegkinderen. Nu is zij onder andere actief...

Doneren
Abonneren
Agenda