We maken de afgelopen tijd veel moeilijke dingen mee. Tegelijkertijd ervaren we ook dagelijks wonderen. We leven dus in een bitterzoete tijd.
G'd is mijn herder
Mijn vrouw sprak onlangs met onze kleinzoon van tweeënhalf jaar over zijn ervaringen tijdens het luchtalarm wegens een naderende raket op de kinderopvang. “Wat doen jullie dan als jullie het alarm horen?”, vroeg ze. Onze kleinzoon Zacharias deed eerst even het geluid van het luchtalarm na: “oehoehoe, oehoehoe, oehoeoe.” Daarna vertelde hij: “Dan stoppen we met alles, rennen naar de schuilkelder en moeten dan gaan zitten. Als er geen stoelen vrij zijn, blijven we staan. We zingen dan met z’n allen.” “En wat zingen jullie dan?”, vroeg mijn vrouw.
Onze kleinzoon zong vervolgens in het Hebreeuws verschillende verzen van Psalm 23: “G’d is mijn Herder, mij zal niets ontbreken…Hij verkwikt mijn ziel en Hij leidt mij in de rechte sporen om Zijns naam wil.” Zacharias lachte er verlegen bij en maakte duidelijk dat hij het allemaal luchtig opvat. Hij is natuurlijk nog te jong om de ernst van de situatie hier in het Midden-Oosten te begrijpen. Voor hem lijkt het een spannend spelletje.
La Vita è Bella
Ik kreeg tranen in mijn ogen. Het raakte me diep en deed me denken aan de onvergetelijke oorlogsfilm La Vita è Bella, een Italiaanse film uit 1997 met in de hoofdrol Roberto Benigni. De film gaat over een Joodse Italiaanse boekhandelaar die zijn levendige fantasie inzet om zijn zoontje te beschermen tegen de gruwelen van het leven in een naziconcentratiekamp. Hij doet alsof alles een spel is, om zijn zoontje de verschrikkelijke werkelijkheid te besparen.
Helaas is dit bij ons geen film, maar gruwelijke realiteit. We maken veel bitterheid mee, maar er zijn ook dingen die ons positief stemmen. We ervaren bijna dagelijks wonderen die ons eraan herinneren dat G’d met ons is. Verschillende landen, en met name de Houthi’s, hebben geprobeerd en proberen ons nog steeds te bestoken met een enorme hoeveelheid raketten en drones. Toch is het aantal slachtoffers, G’dzijdank, wonderbaarlijk gering.
Bitterzoet gerecht
Het herinnert me aan de bittere slavernij in Egypte, die wij 210 jaar moesten doorstaan om als Joodse volk gevormd te worden. Uiteindelijk ontvingen we, 49 dagen na de uittocht uit Egypte, op de berg Sinaï de Thora en werden we G’ds volk. Dit vond volgens de Joodse jaartelling 3337 jaar geleden plaats.
Ter herinnering eten we tijdens Pesach een zoet gerecht dat charoset heet. Volgens de traditionele voorschriften, die tweeduizend jaar geleden werden opgeschreven, moet dit gerecht lijken op klei, omdat de Joodse slaven met klei de Egyptische voorraadsteden Pitom en Ramses moesten bouwen. Maar charoset bevat ook zoete appels, als herinnering aan de moedige Joodse vrouwen, die in appelgaarden bevielen om hun kinderen te verbergen voor de Egyptenaren. Farao had immers bevolen dat alle Joodse jongetjes in de Nijl geworpen moesten worden.
Charoset is bitterzoet, omdat het het Joodse leven symboliseert. We worden zowel in Israël als in de rest van de wereld bitter beproefd. Maar tegelijkertijd voelen wij de beschermende hand van G’d, die ons door dit diepe dal – vlak voor de Messiaanse tijden – voert om uiteindelijk de hele wereld te verlossen.