Leviticus, het centrale Thoraboek
Door Rabbijn mr. drs. R. Evers -
23 maart 2018
Joden lezen nu wereldwijd het derde boek van de Thora, Vajikra of Leviticus. Het is het kleinste boek van de Thora. Het bevat ‘slechts’ 859 verzen.
- Het eerste Thoraboek Bereesjiet of Genesis, beschrijft alles bij elkaar 2.309 jaar geschiedenis vanaf de schepping, de geschiedenis van de aartsvaders tot de trek naar Egypte.
- Het tweede Thoraboek Sjemot (Exodus) beschrijft 140 jaar met de Uittocht uit Egypte, de Thora-geving op de berg Sinaï en de Tabernakelbouw als centrale thema’s, terwijl het hele derde boek Vajikra (Leviticus) slechts in acht dagen werd gegeven en geschreven.
- Het derde boek heet Vajikra of Leviticus, omdat hier de leviet en de koheen (cohen of priester) centraal staan.
- Het vierde boek Bemidbar (Numeri) beslaat 39 jaar en beschrijft de hele woestijnreis.
- Het hele vijfde Thoraboek Devariem (Deuteronomium) beschrijft negen weken voor het overlijden van Mozes en geeft een resume van vele voorschriften.
In de Thora wordt de geschiedenis van de eerste 2.488 jaar van de wereld beschreven.
Geografisch is Vajikra (Leviticus) ook beperkt: het hele derde boek werd uitgesproken aan de voet van de berg Sinai. In Vajikra staan de offers en de Tempeldienst centraal maar ook het koosjere (ritueel geoorloofde) eten.
Welke dieren zijn koosjer
Vajikra behandelt bijvoorbeeld welke dieren koosjer zijn en welke niet. De gecompliceerde Joodse spijswetten zorgen ervoor dat de voedselproductie in principe niet aan leken overgelaten kan worden. Voor een aantal basisproducten zoals kaas, vlees en brood geldt in ieder geval dat deze alleen ritueel – dat wil zeggen onder Rabbinaal toezicht – bereid mogen worden.
Er bestaan echter een aantal oplossingen waardoor de voedselbereiding toch, tot op bepaalde hoogte, uit handen gegeven kan worden aan mensen die niet thuis zijn in de spijswetten.
Hoe zie je dat iets koosjer is?
Een koosjer-certificaat (Hebreeuws: hechsjer) geeft aan dat een bepaald product koosjer is. Door het product van een certificaat, stempel of zegel te voorzien, weet de consument dat een bepaald product in orde is. De Joodse wet schrijft voor dat sommige producten wanneer zij aan het oog ontrokken worden – bijvoorbeeld bij transport – ter identificatie van een stempel of ander herkenningsteken worden voorzien. Dit dient om ongelukken, fouten of fraude te voorkomen. Het gaat hierbij om producten waarbij met het blote oog niet kan worden gezien dat ze koosjer zijn. Koosjere vissen kunnen herkend worden aan schubben en vinnen.
Vissen kunnen dus meestal zo gegeten worden. Daarom behandelen we ze hier
Vissen met vinnen en schubben
In Leviticus 11:33-47 worden reine (koosjere) en onreine dieren met namen en/of kenmerken vermeld. ‘Jullie mogen alle dieren in de zeeën en rivieren die vinnen én schubben hebben eten. Vissen moeten dus ‘vin en schub in het water’ hebben.
Sterke persoonlijkheid
Sommigen zien vinnen en schubben als een symbool van kracht. Alleen een vis die tegen de stroom in kan zwemmen, is hij koosjer. Het symboliseert een ‘koosjer’ leven. Alleen wanneer we niet meedoen aan de heersende, oppervlakkige cultuur en tegen de gangbare opvattingen in durven gaan, zijn wij werkelijk oké.
Veroorzakers of herkenningstekenen?
Bij alle tekenen van reinheid en onreinheid (koosjer en niet-koosjer) is onduidelijk of dit nou de veroorzakers zijn voor het koosjer zijn van de soort of dat het slechts herkenningstekenen zijn.Een praktisch verschil zou zijn, dat een bepaalde soort als koosjer bekend staat maar dat er bij dit ene individuele dier de koosjere herkenningstekens ontbreken (bijv. door genetische manipulatie): een koe die wel herkauwt maar geen gespleten hoeven heeft. Als de koosjere kenmerken de oorzaak zijn van het koosjer zijn, dan is dit individuele dier niet koosjer.Zijn het slechts herkenningstekens, dan maakt het niet zo veel uit of bij dit individuele dier geen duidelijke koosjere kenmerken aanwezig zijn. De soort is immers koosjer.
Enkelvoud
De Thora gebruikt het woord ‘vin’ en het woord ‘schub’ in het enkelvoud. Hieruit leidden de Talmoedgeleerden af, dat zelfs één vin en één schub voldoende zijn om een vis toe te staan. Ook wanneer de kenmerken pas later ontstaan, is dat reeds nu voldoende om de vis te eten. Zelfs wanneer de vinnen of schubben afvallen wanneer men de vis uit het water haalt, is het nog oké. Er staat immers “in de zeeën”.
Zonnetest
Schubben zijn overigens alleen koosjere herkenningstekens wanneer ze gescheiden kunnen worden van de huid van een vis. Soms zijn de schubben niet herkenbaar omdat ze te dun zijn maar wanneer men de vis in een doek wikkelt of in een kom water doet en er schubben loskomen, is het dier toegestaan. Men kan ook de “zonnetest” doen: als men de schubben kan herkennen in de zon, is de vis koosjer.
Vin-vereiste overbodig
Vreemd is dat de Thora twee tekens geeft want in de Talmoed (B.T. Nida 51b) staat, dat elke vis met schubben ook vinnen heeft. Het omgekeerde is overigens niet waar. Er zijn vissen die wel vinnen hebben maar geen schubben. Dit betekent dus dat wanneer men schubben ziet, men niet meer naar vinnen hoeft te zoeken.
Sjabbat en Leviathan
Waarom vissen bij de Sjabbat-maaltijd onmisbaar zijn? Vis is in getallenwaarde zeven, hetgeen het dagnummer van de Sjabbat is (7e dag van de week).Dan is er nog de bekende vraag (ibid. 67b) welke status de Leviathan heeft. De Talmoed stelt dat Leviathan, waarvan de Tsaddiekiem (Rechtvaardigen) in de toekomst een vismaaltijd zullen eten, een koosjer dier is. De Leviathan-vis is in feite een Kabbalistisch concept. Het betekent: “G’d begeleiden”. In Messiaanse tijden zullen de vromen G’d nabij zijn.
Koosjere vissen zijn o.a. ansjovis, baars, bot, brasem, elft, forel, geep, haring, heek, heilbot, kabeljauw, karper, koolvis, makreel, sardine, schelvis, schol, snoek, snoekbaars, tilapia, tong, tonijn en zalm.