Stelling: Israël is de bruid waar de Bijbel over spreekt
Door Ds. Henk Poot -
6 augustus 2024
Wie is de bruid waar de Bijbel over spreekt? Ik denk in eerste instantie Israël. De verhouding bruid-bruidegom is één van de mooie manieren waarop de liefde van God voor Zijn volk duidelijk wordt: “Ik zal u voor eeuwig tot Mijn bruid nemen” (Hosea 2:18).
Of de Kerk ook de bruid is, is nog maar de vraag. Weliswaar wordt de metafoor van de bruid gebruikt in Efeze 5, maar vermoedelijk gaat het ook daar in eerste instantie om Israël. Christus is immers afgedaald om haar te reinigen, en heilig en onbesmet te maken met het oog op het komende Koninkrijk.
Wat opvalt in het Nieuwe Testament als het over een bruiloft gaat, is dat wij vooral gasten zijn. Zelfs de dwaze en wijze maagden in de gelijkenis (Mattheüs 25) zijn niet de bruid, maar zijn genodigd tot de bruiloft. De vraag is dan wie hier de bruid werkelijk is. Het antwoord ligt in de laatste hoofdstukken van de Bijbel.
Als Babylon, de grote tegenstander van Sion, beschreven wordt als de hoer, die alle volkeren verleid met haar toverkunsten, geld en onreinheid, en als verteld wordt hoe die hoer geoordeeld is, is er sprake van de bruiloft van het Lam en de bruid is Jeruzalem: “En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, neerdalen van God uit de hemel, gereedgemaakt als een bruid die voor haar man sierlijk gemaakt is.” (Openbaring 21:2). De bruiloft van het Lam is dus de verschijning van de Messias aan de stad Jeruzalem, de heilige metropool die de hoofdstad is van het Koninkrijk van God. De reine vrouw is de tegenpool van het occulte Babel.
Het idee dat de bruiloft van het Lam boven plaatsvindt met de Gemeente, terwijl hier op aarde de laatste gerichten voltrokken worden voor ‘het immer ongehoorzame volk van de Joden’ is dus misplaatst. De bruid is Jeruzalem en wij worden genodigd om het feest van Christus mee te maken op de plaats van de hof van Eden. Natuurlijk wordt die stad bevolkt met mensen, met Joden en met gelovigen uit de volken. Vandaar ook dat we lezen dat de Geest en de bruid zeggen: Kom! (Openbaring 22:17).